232
7. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE HONDENBELASTING-VERORDENIMG
(Doss .1714. 38)"
De VOORZITTER deelt mede dat bij schrijven van 10 augustus
I960 G.nr.50707, Gedeputeerde Staten van Noord Brabant hebben
bericht dat de Hondenbelasting-verordeningbij Koninklijk
Besluit van 29 juni I960 no.12 is goedgekeurddoch dat in
genoemd schrijven wordt verzocht deze Hondenbelasting-verorde
ning op enkele punten alsnog te wijzigen,en wel de artikelen
4, 12 en 17 der verordening.Na voorlezing en toelichting door
de VOORZITTER wordtovereenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouderszonder hoofdelijke stemming besloten,de veror
dening tot heffing van een Hondenbelasting in de gemeente
Nieuw Vossemeer,vastgesteld bij raadsbesluit van 26 februari
1960 en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 29 juni I960,
no.12,te wijzigen volgens het concept-besluit.
8. VERZOEK VAN W.GEERSSCHOOLSTRAAT 52 NIEUW VOSSEMEER.OM ONT
HEFFING VAN VOORWAARDEN BIJ EEN AAN HEM DOOR BURGEMEESTER EN
WETHOUDERS VERLEENDE BOUWVERGUNNINGDoss17785
De VOORZITTER deelt mede dat de heer W.GEERS destijds van
Burgemeester en Wethouders een bouwvergunning heeft gehad voor
het vernieuwen van een top-gevel van zijn schuurwaarbij hij
had gevraagd om hier holle bouwsteen te gebruikendoch dat
Burgemeester en Wethouders dit niet hebben toegestaanen dat
nu de heer GEERS hiertegen in beroep komt bij de raad.
De VOORZITTER was aanvankelijk van mening dat de woningwet
of de bouwverordening de mogelijkheid opende tot een beroep
op de raad,doch hem is gebleken,dat tegen deze weige
ring niet in beroep kan worden gekomen bij de raad.De VOOR
ZITTER stelt namens Burgemeester en Wethouders voor,te beslui
ten,dat de raad geen bevoegdheid heeft kennis te nemen van
genoemd beroep.
De VOORZITTER deelt nog mede dat volgens art.56 der bouwver
ordening dezer gemeente,hot bouwen van buitenmuren alleen is
toegestaanindien dit geschiedt met materialenzoals vermeld
in genoemd artikeldewelke voor buitenmuren zijn: hardgrauw
in bastardmorteldat van deze bepaling Burgemeester en Wet
houders geen ontheffing kunnen verlenen en dat de woningwet
of de bouwverordening in deze gevallen een beroop op de raad
ook niet toelaten.
De heer ROOZEBOOM vraagt of dit de zijgevel betreftwaarop
de VOORZITTER mededeelt dat het gaat om de topgevel van de
schuur tegen de woning van de heer GEERS.
De heer ROOZEBOOM merkt op dat in het verleden wel eens
meer holle bouwsteen is gebruikt bij gevels aan de openbare
weg en vraagt of toen door Burgemeester en Wethouders wel
vergunning is verleend.