201, 18. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEMEENTEBEGROTING 1959 (16e wijziging Doss,07*352,T7 De VOORZITTER zegt dat deze wijziging de gewone dienst betreft voor de diverse posten die in de loop van 1959 meer of minder zijn gewordenwaarna de 16e begrotingswijzi ging 1959 zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld, overeenkomstig het concept-besluit. 19, VOORSTEL TOT VOORBEREIDING VAN EEN HERZIENING VAN HET UIT BREIDINGSPLAN DER "GEMEENTE NIEUW VOSSEMEER. (Doss. 1.778.811) De VOORZITTER deelt "mede dat reeds eerder is bepaald dat de herziening van het plan van uitbreiding wordt voorbereid, doch dat dit besluit ingevolge artik'el 36,4e lid der woning wet is vervallen,daar niet binnen een jaar na dagtekening van dit besluit het ontwerp van het wijzigingsplanter in zage heeft gelegen.Nadat dit besluit zal zijn genomen kunnen dan alle bouwaanvragen die in strijd zijn met de herziening van het uitbreidingsplan gedurende een jaar worden aange houden. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt,zonder hoofdelijke stemming besloten,te bepalen,dat de herziening van het plan van uitbreiding der gemeente Nieuw- Vossemeer,vastgesteld bij raadsbesluit van 12 juni 1950 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord Brabant dd. 25 oktober 1950,G.nr.42100 H,wordt voorbereid. 20o VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING OP DE HEFFING VAN EEN HONDENBELASTING.(Doss.1.714.58T De VOORZITTER zegt dat de vigerende verordening op de heffing van een hondenbelasting dateert van 29 december 1945 en niet meer in over-eenstemming is met de op het punt van heffing van belasting bestaande opvattingen.Vooral de bepa ling van de aanslag,aldus de VOORZITTERdus van de heffing van de belastinggaf nogal eens aanleiding tot moeilijkheden. De VOORZITTER deelt mede dat tot nu toe een gemeenteambte naar de huizen afging om te informeren naar het houden van een hond en om dit in !t vervolg achterwege te laten stellen' Burgemeester en Wethouders voor in de nieuwe verordening o.a, de bepaling op te nemen dat de houder van een hond verplicht, is hiervan aangifte te doen.Dit is volgens de VOORZITTER wel het voornaamste wat in de nieuwe verordening wordt gewijzigd, en meent dat het een vergemakkelijking is in de administratie en dat er geen verschillen meer kunnen ontstaan over het al of niet gehad hebben van een hond. De heer MOELKER vraagt of er geen mogelijkheid is om de hondenbelasting helemaal af te schaffen.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1960 | | pagina 11