138.
De Heer M,CROOZEBOCM vraagt naarro inlichtingen omtrent
de watersnoodschade,ooni Q/.
De VOORZITTER deelt mede dat ge kcstenrammg ad. f62901,94
was verdeeld in f,12759,96 watersnoodschade ex.artikel 72,
f.39o462,18 voor dringende verbeteringen ex,artikel 72 die het
Departement urgent acht en waarin -o.adbok is begrepen dringen
de verbeteringen aan de dakconstructie waarbij is gebleken dat
deze dakconstructie destijds bij de bouw van deze school
foutief is gemaakt, alsmede f,3579,80 voor werkzaamheden ex.
artikel 101,zijnde uitgesteld onderhoudDit uitgesteld onder
houd blijft voor rekening van het- schoolbestuuraldus de
VOORZITTER,
De VOORZITTER zegt dat dus deze sanering een crediet vergt
van f.57100,- min f,3579,80 is f.53520,20, en geeft toe,dat,
wanneer het herstel destijds grondig zouzijn aangepaktdit
zeer zeker een aanzienlijke kostenbesparing zou zijn geweest.
Nadat de VOORZITTER nog een uitvoerige toelichting over
deze kwestie heeft gegeven stelt de heer M.C.R00ZEB00M voor
in de toekomst meer toezicht te doen uitoefenen op het onder
houd van de scholen,daar het gemeentebestuur hier ook een
verantwoordelijke taak heeft.
De VOORZITTER zegt dat straks,wanneer de nieuwe Meisjes
school zal zijn voltooid en de Jongensschool ^anneeTd,
Burgemeester en Wethouders van plan zijn,via
bouwtoezicht,regelmatig controle uit te oefenen op het dage
lijks onderhoud van deze scholen.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten: ,p
I. aan het schoolbestuur voornoemd de gevraagde medewerking
tot sanering van de R.K,Jongensschool te verlenen.
TT ter bestri idiner van de uit het sub I vermelde besluit
voortvloeiende kosten,Burgemeester en Wethouders een
crediet te verlenen van fi,53520,20 uit de buitengewone
middelen der gemeente.
IIIde gemeentebegroting voor het dienstjaar 1959 overeenkom-
stig het vorenstaande te wijzigen,
VOORSTEL TOT VASTSTELLING,VMJEÏ BEDRAG_PER LEERLING VOOR
G.L.O.EN V .G.L.O, EX, ARTIKEL 10 J._DE R_L0WET _19 20_V00R_HET
JAAR 1959 «Tdoss. 1.851*07.21 uotvinuders
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en We
wordt zonder hoofdelijke stemming besloten voor de bij
scholen het bedrag per leerling als bedoeld in het vij len
van artikel 101 der L.O.Wet 1920,voor het jaar 1959 te bepa1 n
op f.35,-voor g.l.o.en op f.55»-voor v«g.l.o.,overee 6
de concept-besluiten.