1
I
It;
I
130.
Volgens de VOORZITTER zegt het reglement van orde niets
over de rondvraag en vindt deze plaats zoals dat altijd ge
bruikelijk was,met de mogelijkheid om ieder één keer vragen
te stellen,die dan dcor hem,zo mogelijk,werden beantwoord.
De VOORZITTER gelooft dat bet goed is om hieraan vast te hou
den, om te voorkomen dat de rondvraag een gezellig onderonsje
wordt,waardoor allerlei problemen ter tafel zouden worden ge
bracht en dat men zich daarom moet beperken tot het stellen
van zo concreet mogelijke vragen met zo mogelijk een concreet
antwoord. Volgens de VOORZITTER is er een tendens om de rond
vraag af te schaffen en vele collega's van hem doen dit dan
ook niet meer,maar zij geven dan wel gedegenheid om schrifte
lijk vragen in te dienen,wat de zaak aanzienlijk vergemakke
lijkt,want dan is de VOORZITTER hierop voorbereid,De VOOR
ZITTER is echter geen voorstander van afschaffen van de rond
vraag,doch wil deze wel een beetje strakhouden.
De heer ROOZEBOOM is het hiermede eens en ziet het dan zo,
dat,wanneer iemand een bepaalde kwestie wil bespreken,dan zou
deze schriftelijk vragen kunnen indienen voor behandeling in
de raad en dan kan er wel ever gediscussieerd worden.
De VOORZITTER meent dat men de sfeer moet trachten te hand
haven door de rondvraag niet te veel in deformele sfeer te
brengen en vindt de rondvraag op zich altijd heel genoeglijk.
De VOORZITTER vindt het echter niet zo vruchtbaar als wanneer
men met schriftelijke vragen komt,want dan is hijzelf ook veel
beter voorbereid,want nu verrassen hem de vragen dikwijls.
De heer ROOZEBOOM vindtwanneer iemand iets te vragen heeft
wat nogal ingewikkeld of belangrijk is,dat men dan toch beter
de vraag schriftelijk kan stellen.
De VOORZITTER vindt dat het nog beter zou zijn,wanneer men
meent iets belangrijkst te hebben,hiermede oiet te wachten
tot de raadsvergadering,maar bij de VOORZITTER op zijn kamer
deze kwestie te bespreken. Dan zouden verschillende kwesties
niet eens meer aan de rondvraag toekomen.De VOORZITTER voegt
hieraan toe dat,wanneer men iets in discussie wil brengen en
graag de mening van de raad wil horen,dan moet de VOORZITTER
de kans worden gegeven om zich hierop te prepareren en dan
wordt het een agendapunt of het komt in de rondvraag bij de
schriftelijke vragen. De VOORZITTER wil dit niet eisen,maar
wanneer er personen zijn die dit willen doen,dan zijn zij bij
hem altijd welkom.
De heer SWAGEMAKERS merkt n g op dat hij de presentielijst
nog niet heeft getekend,daar hij te laat op de vergadering is
gekomen wegens familieomstandigheden.Hij had omstreeks 6 uur
nog gebeld,maar kreeg geen gehoor.
De VOORZITTER zegt dat hierover wel iets in het reglement
van orde is vervat en leest de desbetreffende artikelen voor.