11 i l; 118, De heer M.C.ROOZEBOOM zou als zijn persoonlijke mening voorop willen stellen,dat dit eigenlijk beter zou hebben thuis behoort bij de algemene beschouwingen der begroting. Verder vraagt de heer ROOZEBOOM zich af/heel deze wethoudersverkiezing wel in het licht was gesteld van het gemeente-belang.Deze vraag moet de heer ROOZE BOOM persoonlijk ontkennend beantwoorden. Verder moet de heer ROOZEBOOM het betreuren dat geprobeerd is om de wethouderszetel, die 31 jaren door de arbeiderspartij was bezet,te laten capituleren. De heer SWAGEMAKERS merkt op dat het gezegde van de heer ROOZE BOOM juist is betreffende de 31-jarige wethouderszetel van de ar beiders en zegt dat de heer VAN MEEL zelf de heer SWAGEMAKERS heeft voorgedragen,doch heeft tien minuten nadien zijn woord verbroken. De VOORZITTER heeft ook persoonlijk gemeend dat hét gebegde van de heer VAN MEEL schertsenderwijs is gebeurd,anders zou de VOORZITTER zeker tot schorsing zijn overgegaan. De heer VAN MEEL zegt dat na de raadsverkiezing was overeengeko- het zou blijven als voorheen,doch nadien zijn de heren SWAGEMAKERS en MOORS een andere politiek gaan voeren en dat door samenloop van omstandigheden door hen verkeerd is gegokt. De heer SWAGEMAKERS kan dan niet begrijpen dat de heer VMN MEEL -Op die bewuste bijeenkomst is gekomen en wil het punt betreffende het gezegde tijdens zijn ambtseed,aangehouden zien. De heer JAC.BROCATUS zegt dat na de raadsverkiezing hem onge vraagd is gezegd dat hij wethouder zou blijven De heer SWAGEMAKERS merkt evenwel op dat hij slechts tegen de heer BROCATUS heeft gezegd dat hij persoonlijk van mening was,dat het wel zou blijven zoals het was maar had niets beloofd en heeft met de heer BROCATUS ook geen contact gehad De heer JAC.BROCATUS zegt dat het hem drie maal is beloofd door de heer SWAGEMAKERS. Wanneer dit zo zou zijn,dan heeft de heer SWAGEMAKERS nog één vraag aan de heer VAN MEEL,dan is de zaak met de heer BROCATUS op- ge7°s^Spreker heeft n.m.aan de heer VAN MEEL gevraagd wie of er wethouder moest worden,hij of de heer BROCATUS,wailt wanneer hier moeiiijitheden van moesten komen,dan zoua de heer SWAGEMAKERS het aan de beer BROOATUS laten. Toen is door de heer VAN MEEL aan de neer SWAGEMAKERS medegedeeld,dat als hij kans zag om wethouder te worden,hij dit zeer zeker moest doen. De heer VAN MEEL zegt dat de heer SWAGEMAKERS hem alleen heeft medegedeeld dat,wanneer hij zelf geen wethouder kon worden,dat hij dan de heer ROCATUS zou stemmen.Toen heeft de heer VAN MEEL tegen de heer SWAGEMAKERS alleen gezegd,dat hij daar gelijk in had. De heer BROCATUS merkt nog op dat de volksmond voor de wethouders verkiezing al had Verteld dat hijBROCATUS,zijn wethouderszetel zou hebben verkocht en moest hij,uit principe alleen al,op zich zelf stemmen en heeft nooit met niemand onderhandeld.Volgens de heef BROCATUS is het hier allemaal gegaan om een beetje eigen ik en daar is hij zelf niet op in gegaan.Het had,volgens de heer BROCATUS,moeten gaan om het gemeentebelang.

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1958 | | pagina 43