r
116
Na uitvoerige besprekingen wordtovereenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders,zonder hoofdelijke stemming, besloten:
1.de openbare straatverlichting uit te breiden u0q„te verbeteren,
volgens opgave van de N.V.P.N.E.M.dd» 28 juli 1958 nr<,26079.
2.de N.V.P.N.E.M.opdracht te verstrekken tot uitvoering van voor
melde uitbreiding,c.q.verbetering voor de prijs van f.13401,-.
3.de gemeentebegroging 1958 overeenkomstig te wijzigen»
XIV. RONDVRAAG
De heer M.C.ROOZEBOOM deelt mede dat hij bij een lid van de
commissie tot verdeling van woonruimte onlangs heeft gein-
formeerd omtrent de nieuwe woning op de Pelsendijk,welke
woning ongeveer 2 jaar geleden is gebouwd en nog steeds leeg
staat. Genoemd lid had hem toen verteld dat in die woning op
de Pelsendijk niemand wilde wonen. Volgens de heer ROOZEBOOM
heeft echter een zeker persoon herhaalde malen bij de eige
naar de heer van Oorschot geweest om die woning te huren.
De heer van Oorschot wilde blijkbaar deze woning wel ver
kopen,maar de gegadigde is niet bij machte om deze woning
te kopen.De heer M.C.ROOZEBOOM vraagt of Burgemeester en
Wethouders hiervan op de hoogte zijn. Die gegadigde verklaar
de ook dat hij destijds op diet gemeentehuis was geweest om
de Burgemeester hierover te spreken,doch op de gemeente
secretarie werd toen medegedeeld dat hij die woning toch niet
zou kunnen huren.
De VOORZITTER deelt mee dat deze gegadigdeeen zekere beer
Deckers,ook bij hem is geweest.
Dit was de heer ROOZEBOOM niet bekend,doch hij vraagt zich
af hoe of het mogelijk is dat deze woning zolang leeg blijft
staan.
De VOORZITTER zegt dat deze woning destijds is gebouwd als
een dienstwoning behorende bij het landbouwbedrijf van de
heer VAN OORSCHOT,dat deze woning ook als zodanig in gebruik
zou worden genomen en dus niet kon worden gezien als een
gewone woning.Om welke reden dan ook,aldus de VOORZITTER,is
deze woning4, feobh niet in gebruik genomen als bedrijfswoning,
en daar geruime tijd zich niemand als gegadigde meldde,is
deze woning geruime tijd onbewoond gebleven,tot dat genoemde
Deckers bij hem is gekomen.De VOORZITTER heeft zich toen
direct voor dit geval geinterresseerd en zegt dat dit een
kwestie is van Burgemeester en Wethoudersdie zo spoedig
mogelijk de heer VAN OORSCHOT zullen benaderen om een beslis
sing te forceren,Mocht dit niet het gewenste resultaat ople
veren, dan zullen Burgemeester en Wethouders zeer zekef de
hun ten dienste staande middelen haiuts^Ein om deze wailing
dienstbaar te maken aan de woo-m*uimte in deze gemopnte.