97
Hierna brengt de VOORZITTER ter sprake het behandelde in de rond
vraag van de vorige vergadering omtrent de gedempte sloot achter
de panden van C.KOOLEN e.a, Deze gedempte sloot is,volgens de per
soonlijke mening van de VOORZITTER nog steeds eigendom van de ge
meente. Hierover heeft de VOORZITTER nog niet die gegevens kunnen
vergaren,die hij eigenlijk al ter tafel had willen hebben,maar die
hij in een volgende vergadering alsnog ter tafel wil deponeren,om
deze kwestie definitief uit de doeken te doen,daar de gemeente
geen grond wil hebben van een ander.Maar als deze grond van de ge
meente is,dan wil de VOORZITTER ook dat dit eigendom als zodanig
wordt erkend.
De heer ADR.SWAGEMAKERS merkt nog op dat voor deze grond reeds
wordt betaald.
De VOORZITTER zegt dat inderdaad door sommige mensen hiervoor reeds
wordt betaald.Mocht achteraf blijken dat deze gelden ten onrechte
zijn geheven,dan zullen deze worden terugbetaald.
De VOORZITTER brengt dan ter sprake het behandelde in de rondvraag
van de vorige vergadering omtrent de vraag van de heer ADR.SWAGE-
MAKERS over een destijds genomen raadsbesluit voor de aanleg van
een vijvertje aan het plein "i februari 1953»jmet een schenkmgg
van de gemeente Heer-Hugowaard van f.2000,-.De heer ADR.SWAGEMAKERS
vond het,blijkens die rondvraag,meer dan erg dat dit reeds jar>en
heeft geduurd en vroeg zich af wat de gemeente Heer-Hugowaard hier
van wel moest denken.
De VOORZITTER zegt: ditzelfde heb ook ik gedacht. Wat is n.m.de
voorgeschiedenis. De voorgeschiedenis is dat de gemeente Heer-Hugo-
waard in maart of april 1953,een^enking heeft ge-
daan van f.2000,-.Daar zijn destijds alle mogelijke ideen voor ge
opperd.Daar is wel eens gedacht b.v.aan een borstbeeld en uitein
delijk is het geval,als een soort erfenis bij de Burgemeester op
zijn bureau gedwarreld. Toen W0®**®b L®0>^e Plannen niet uit
gevoerd waren,zijn wij gaan f gedaan
worden.De VOORZITTER is toen zelf h®* gekomen van een
vijvertje en heeft het staatsbosbeheer gevraagd hiervoor een plan
netje te maken.Dit plan is de V00^T™ toegezonden in de loop
van 1957.De VOORZITTER is van mef7^.n^ d materie toen in een
vergadering van Burgemeester en Wethou<Jers ia besproken en dat men
toen wel van mening was,datgezien het geruime tijdsverloop,het
toch eigenlijk niet meer paste om hier nog een beroep te doen op
Heer-Hugowaard.De VOORZITTER heeft dan ook persoonlijk gemeend,ge
zien het vervelende in deze gang misschien nog het
beste zou zijn,deze zaak te latenhd?°fei? voorïomfn,dat
iemand herinnerd moet worden aan j een schenking
heeft gegeven destijds,die nu nog niet in een daadwerkelijke vorm
is omgezet Als de raad meent dat dit nog uitdrukkelijk ter kennis
omgezet.ais ae raaa in Hug0waar(i dan wil de VOORZITTER dit
moet worden gebracht aan Heer luuMiüDn uj.u
j w- 4. „„uior dat het niet meer past,na zoveel ia—
?en™!v.£?dê iat°?OTO0d,ne>g een beroep te doen op Heer-Hugowaard.