Hierna vraagt de VOORZITTER of er soms nog raadsleden behoefte heb
ben, in verband met deze benoeming,nog enkele gedachten naar voren
te brengen.
De heer A,SWAGEMAKERS wil hierover nog een woord spreken,en
vraagt of de raad het misschien beter oordeelt,dit in een besloten
vergadering te doen.De VOORZITTER oordeelt dat dit ook beter is,
waarmede de raad instemt.
De VOORZITTER schorst dan de openbare vergadering en gaat
over in besloten zitting, Na opheffing der schorsing,heropent de
VOORZITTER de vergadering en gaat de raad tot stemming over voor
de benoeming van een gemeente-werkman. Als stemopnemers worden door
de VOORZITTER aangewezen de heren P.van Meel en A.Swagemakers. Na
opening van de 7 ingeleverde stembriefjes, blijkt dat 4 stemmen
zijn uitgebracht op C.M.Hommel, 2 stemmen op C.Musters en 1 blanco
stem,waarna de VOORZITTER mededeeltdatmet ingang van 18 februari
1957, voor een proeftijd van een jaar,in tijdelijke dienst der ge
meente,als gemeente-arbeider in de rang van wegwerkerdoor de raad
is benoemd: CORNELIS MARINUS HOMMEL,geboren 3 november 1921,wonende
te Nieuw-Vossemeer,Hogendijk 62,op een weekloon,te bepalen door
burgemeester en wethouders aan de hand van de salaris-verordening
voor het gemeente-personeel.
In aansluiting hierop en inzake het verdere personeelsbeleid,
deelt de VOORZITTER nog mede dat het in de bedoeling lag van bur
gemeester en wethouders om Anth.Perdaems,ontslag te verlenen,wegens
diens leeftijd en dat zij heden hebben besloten dit ontslag te doen
ingaan met ingang van 1 juni 1957. In de plaats van de heer Anth.
Perdaemszal dan wederom een jongere kracht moeten worden benoemd,
en deze beslissing zal dan wederom bij de raad liggen,aldus de
VOORZITTER.
IX. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN PARTIELE HERZIENING VAN HET
UITBREIDINGSPLAN IN ONDERDELEN VOOR DE GEMEENTE TDoss.1.777.
811,21 no.515V~
^De VOORZITTER deelt mede dat de gemeente een uitbreidingsplan
heeft daterend van het jaar 1950, dat dit plan door de watersnood
van 1953 in feite is achterhaald en dat nadien vele gebouwen zijn
pgericht,die niet meer conform het uitbreidingsplan geplaatst zijn
213n.®r woonwijken gesticht op zuiver agrarische grond,sport-
xaen zijn aangelegd op gronden die bestemd waren voor woningbouw,
er is een meisjes-jeugdhuis opgericht,op grond die ook bestemd was
voor woningen, zodat door de watersnood een en ander nogal is gaan
rammelen Naar aanleiding hiervan,aldus de VOORZITTER,is bij raads
besluit van 27 maart 1956 bepaald, een herziening van het uitbrei
dingsplan voor te bereiden, doch de Planologische Dienst heeft be
richt, dat de plannen ter uitvoering van dit besluit,in 1957 niet
klaar zullen komen.
Op een bepaald ogenblik echter zocht een bepaald bedrijf vesti
ging; het betrof een agrarische neven-industriewelk. bedrijf nodig
had de beschikking over 3 hectare grond,met de bedoeling deze
gronden te bestemmen voor industrie-terrein.
De VOORZITTER zegt dat het uitbreidingsplan,zowel in hoofdzaak
als in onderdelen,vestiging van industrie tot op heden niet toelaat
en wil men komen tot vestiging van industriedan moet hiervoor in
het uitbreidingsplan ruimte gereserveerd worden.