56. In overleg met de Cultuurtechnische Dienst en Provinciale Waterstaatzijn Burgemeester en Wethouders te samen met deze twee genoemde instanties van mening,dat het voor Nieuw-Vossemeer veel praetischer zou zijn,niet de Rubeerdijk en de Kladsedijk op te draaien,doch,omdat er toch een weg geprojecteerd is recht aan sluitend op de Binnendijk,een voorstel te doen bij Gedeputeerde Staten - wat inmiddels ook is gebeurd - deze andere weg aan te leggen in het kader van de ruilverkaveling van het Westland. De VOORZITTER zegt dat deze weg is geprojecteerd met een breedte van 3 m,doch dit zou dan 5 m moeten worden. De ruilverkavelings commissie wil hier ook wel aan medewerken (ofschoon deze commis sie eerst geporteerd was voor de weg via Rubeerdijk en Kladsedijk), onder de voorwaardedat de meerdere kosten van de verbreding van deze weg,gedekt zullen worden door de gemeente Nieuw-Vossemeer, wat volgens de VOORZITTER ook billijk is,daar deze weg in de ruil verkaveling alleen maar waarde heeft als landbouwweg voor de in gelanden. Voor Nieuw-Vossemeer krijgt deze weg dan ook waarde als verbindingsweg. De VOORZITTER heeft pas hierover een brief ont vangen van de Plaatselijke Commissie Ruilverkaveling,die vraagt of de gemeente Nieuw-Vossemeer bereid is bij te dragen in de meerdere kosten,welke verbonden zijn bij het aanleggen van het in de Rubeerpolder gelegen weggedeelte van de doorverbinding, (landbouwweg A met doorgaand karakter Nieuw-Vossemeer-Lepelstraat Voor de ruilverkaveling was een landbouwweg C met een kruins breedte van 8 m en een verhardingsbreedte van 3 m voldoende.In dien de weg echter een verbindingsweg gaat worden,is een kruins breedte van tenminste 10 m en een verhardingsbreedte van 5 m noodzakelijk,terwijl dan meer zorg moet worden besteed aan de op ritten van de Rubeer- en Koeveringsedijk. In aansluiting hierop deelt de VOORZITTER mede dat Burgemeester en Wethouders het plan hadden,om,als deze verbindingsweg er gaat komen,aansluitend hier op, de verbindingen met genoemde weg in deze gemeente van dien aard te doen zijn,dat men van een behoorlijke verbindingsweg kan spreken, hetgeen betekent dat er dan ook een weg zal moeten komen die daarop gaat aansluiten,die óok 5 m breed is, en dat zou dus de Moorse-dijk en de Binnendijk moeten zijn. De VOORZITTER kan nog mededelen dat reeds overleg hieromtrent met het Polderbestuur l deze heeft plaats gehad en^was in principe bereid, de weg Moorse-en Binnendijk aan de gemeente over te dragen tegen aanbieding van een vergoeding in de onderhoudslasten.De VOORZITTER heeft Provin ciale Waterstaat verzocht een berekening te maken,zoals ook des tijds met de Molenweg is gebeurd,en dan zou,mits de raad zich hiermede kan verenigen,deze weg overgenomen kunnen worden in be heer en onderhoud bij de gemeente,met de bedoeling deze Moorse en Binnendijk ook te voorzien van een wegdek met een breedte van 5 m. Dit betekent dan dat men een goede verbindingsweg zou hebben vanaf de kom van het dorp tot in het hartje van Bergen-cp-Zoom. De VOORZITTER wil echter voor de goede gang van zaken,deze twee projecten gescheiden houden. Het eerste gedeelte is dus de zaak die de VOORZITTER het eerst ter sprake heeft gebracht en geen uitstel kan gedogen in verband met de ruilverkaveling Westland en betreft de aanleg en verbreding van landbouwweg A in de Rubeerp-lde:".

Raadsnotulen

Nieuw-Vossemeer: 1957-1996 | 1957 | | pagina 56