33.
De heer HOMMEL heeft toen 2 maanden in dienst geweest en
1 maand thuis gezeten vanwege een ongeval, Nog voor hij terug
in dienst kwam had de heer HOMMEL aan de VOORZITTER gevraagd
hem op zijn maximum aan te stellen,doch de VOORZITTER had
hem toen medegedeexddat hij dit in het college van burgemeos—
ter en wethouders best wilde besprekendoch dit niet zou advi
seren.. om reden dat HOMMEL nog te kort in gemeente-dienst
werkzaam was. De VOORZITTER is van mening dat de heer HOMMEL
hieruit zijn conclussie heeft getrokken, maar vindt het een
beetje vreemd,daar deze man bij zi>jn benoeming wist waar hij
aan toe was»
De heer G,MOORS vraagt of de heei HOMMEL ook de reden van zijn
ontslag-aanvrage opgeeft.
De VOORZITTER zegt dat in het schrijven geen reden is vermeld
en dat hij eigenlijk niet weet waarom de heer HOMMEL ontslag
vraagt
De heren P.VAN MEEL en ADR,BR0CATUS vermoeden dat te weinig
loon de reden is,doch de VOORZITTER zegt dat dit nergens uit
bli jkt
De heer G.MOORS merfkt op dat de heer HOMMEL inderdaad van
te voren wist wat hij bij de gemeente ging verdienen en vindt
het eigenaardig dat hij op zo'n korte termijn wederom ontslag
vraagt.
De VOORZITTER is het hiermede eens en kan een dergelijke hou
ding niet appreciëren, te meer,, daar deze werkman nog 2 perio
dieke verhogingen, rijwieltoelage en kledingtoelage heeft ge
kregen, en is^ van mening dat hij meer dan het volle pond heeft
gehad en dat hier het gemeentebestuur in geen geval schuld
treft. Het spijt de VOORZITTER alleen dat iemand op zo'n korte
tijd van inzicht verandert.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten aan CORNELIS
M.HOMMEL,geboren 3 november 1921 met ingang van 2 juni 1957
eervol ontslag te verlenen als wegwerker,overeenkomstig het
concept-besluit
In aansluiting hierop stelt de heer ADR.SWAGEMAKERS voor de
voorgeschreven opzeggingstermijnen voortaan in acht te nemen,
waarmede de raad accoord gaat.
Hierna deelt de VOORZITTER nog mede dat op de agenda alsnog
is vermeld een eventuele benoeming van een nieuwe gemeente
werkman,doch het college van burgemeester en wethouders meent
dit punt te moeten aanhouden,daar men zich nog niet voldoende
heeft kunnen beraden,omtrent het doen van een aanbeveling voor
deze benoeming.Hiermede gaat de raad accoord.
IV. AFSCHEID VAN DE HEER ATJTHPRRRAEMS.WEGENS ONTSLAG UIT DE GE
MEENTEDIENST' IN VERFAWD mrt WET BEREIKEN VAN DE PENSTUËNGR-
RECHTIGDE LEEFT IJ Tb
De VOORZITTER zegt naar aanleiding hiervan dat hier nog rest
een woord van afscheid en verzoekt de heren G.MOORS en ADR.
BROCATUS om de heer ANT ,-PERDAEMS EN ECHTGENOTE binnen te leiden.
Nadat de heer ANT.RERDAEMS EN ECHTGENOTE zijn binnen geleid
en allen wederom hebben plaats genomen deelt de VOORZITTER
mede dat burgemeester en wethouders op 30 januari 1957 hebben