19
X. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN PARTIELE HERZIENING B.VAN
HET UITBREIDINGSPLAN IN ONDERDELEN VOOR DE GEMEENTEDoss,
1.777.811.2lT
De VOORZITTER deelt mede dat bij raadsbesluit van 30 januari
1957 werd vastgesteld de partiele herziening A van het uit
breidingsplan, waarbij enkele percelen werden bestemd voor
industrie-terrein en waarbij tevens waren opgenomen de per
celen grond,gelegen langs de N-Vossemeersedijk en de Veerweg,
waaraan de bestemming werd gegeven van "Landelijk Gebied II".
Voor wat betreft de percelen bestemd voor "Landelijke Gebied
II",is nadien gebleken dat hieromtrent niet was voldaan aan
het bepaalde in artikel 37,lid 2 en 4 der Woningwet en dient
derhalve de herziening van het uitbreidingsplan,voor wat
betreft dit"Landelijk Gebied II",opnieuw te worden vastge
steld. Thans is alsnog voldaan aan het bepaalde in artikel 37,
lid 2 en 4 door ter inzage legging voor eenieder van dit ont
werp tot herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen
gedurende 4 weken ter secretarie en hebben de vereiste bekend
makingen op 2 februari 1957 op de gebruikelijke wijze plaats
gehad. De VOORZITTER zegt dat tegen dit ontwerp geen bezwaren
zijn ingediend,waarna,op voorstel van burgemeester en wethou
ders,-zonder hoofdelijke stemming wordt besloten:
I. Vast te stellen de partiële herziening B van het uitbrei
dingsplan, omvattende de percelen kadastraal bekend gemeen
te Nieuw-VossemeerSectie Acnes,48, 128, 134, 135? 148,
162, 173, 174, 177, 178, 180, 181, 184, 185, 189, 190, 193?
194, 195, 207, 208, 218ged,223, 224, 226, 248, 531? 853?
854, 915, 916, 1013, 1014, 1015, 1019 en 1223 en sectie D
nos.260, 262, 263 en 264, zoals op de bij dit besluit be
horende gewaarmerkte bijlagen,genummerd 1 t/m 2 is aange
geven,
II.Aan burgemeester en wethouders ingevolge artikel 36 laatste
zin van het derde lid der Woningwet de bevoegdheid toe te
kennen:
a. In de plaats of richting van rooilijnen en wegen geringe
wijzigingen aan te brengen,wanneer dit met het oog op
practische uitvoering of door afwijkingen of onnauwkeu
righeden in de kaarten noodzakelijk of nuttig is,en
voor zover daarbij geen belangen van derden worden ge
schaad.
b. De minimum vereiste perceel-breedte te verminderen in
die gevallen waar een rationele verkaveling van gronden
in verband met reeds aanwezige bebouwing dit vergt. Deze
vermindering mag in geen geval meer bedragen dan 10$»
XI. RONDVRAAG.
De heer Ant.Free vraagt of het de VOORZITTER bekend is dat de
vestiging van de uienfabriek niet doorgaat, De heer Ant.FREE
had n.m,vernemen dat deze middag m half vijf het werk aan de
waterpomp zou zijn stilgelegd, dit in verband met een protest
van de boeren.
De VOORZITTER vraagt aan de heer FREE waartegen men heeft ge
protesteerd»
De heer ANT.FREE had vernomen dat dit pretest was gebaseerd
op de afvoer van veel zoutwater,wanneer deze fabriek zou gaan
draaien.