14'
De VOORZITTER merkt hierbij op dat voor de wethouders altijd vol
doende gelegenheid is om in een vergadering van burgemeester en
wethouders de verschillende problemen te bespreken, en gelooft ook
dat dit voor de eenheid van het college van burgemeester en wethou
ders beter is. De VOORZITTER zegt evenwel dat bij de rondvraag een
wethouder gerust een vraag kan stellen, maar dan moet het een vraag
zijn die het beleid van burgemeester en wethouders niet raken. Een
wethouder treedt dan bij de rondvraag niet zo op de vborgrond,maar
werkt meer intern in het college van burgemeester en wethouders,
aldus de voorzitter.
Toch heeft wethouder JAC.BROCATUS nog een vraag te stellen,
waartae de VOORZITTER hem gaarne de gelegenheid geeft.
De heer JAC.BROCATUS vraagt dan wanneer de bank voor ouden van
dagen zal worden geplaatst.
De VOORZITTER deelt mede dat hij juist deze week zelf gedacht
heeft aan het aan te leggen vijvertje met daaromheen ook zitbanken,
en zegt dat ook de bank voor ouden van dagen te plaatsen op de
Hoogte, zijn volle aandacht heeft.
Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering met het gebruikelijk
gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 maart 1957.
De Secretaris,
De Voorzitter,