10
Burgemeester en wethouders waren van mening,dat vestiging van deze
industrie van groot "belang zou kunnen zijn en dit 'collége heeft
gemeend, de mogelijkheid te moeten scheppen voor de vestiging van
dit bedrijf. Om de vestiging ook technisch mogelijk te maken,zou
ook een herziening van het uitbreidingsplan moeten worden vastger
steld. De VOORZITTER deelt dienaangaande mede,dat burgemeester en
wethouders aan de Planologische Dienst hebben verzochtvooruitlopen
de op de algehele herziening van het uitbreidingsplan,een partiële
wijziging van het uitbreidingsplan voor te bereiden,met betrekking
tot de percelen sectie D nummers 186 en 249, zodanig dat aan deze
percelen de bestemming wordt gegeven van industrie-terrein,waarna
de VOORZITTER de bijbehorende kaarten ter tafel brengt,die door de
leden worden bekeken.
De VOORZITTER deelt dan het volgende mede; de industrie waar het
hier omgaat,zijn de Koninklijke Fabrieken van Hart en Co uit Oud-
Karspel. Deze hebben een grote groentenverwerkende industrie te
Oud-Karspel en een uienfabriek te OosterhoutVoor wat deze uien-
fabriek aangaat en wat de uitbreidingsmogelijkheid in Oosterhout
betreft,zit deze fabriek daar vast, en zijn zij op zoek gegaan
naar een geschikt terrein. Gezocht werd naar een terrein in de
buurt waar hun producten vandaan kwamen; en het bleek dat deze onr
derneming onze gemeente hiervoor een geschikte plaats vond.Wanneer
nu de raad zich zoji kunnen accorderen met dit herzieningsplan en
gedeputeerde staten dit goedkeuren, zou Hart en Co hier voorlopig
beginnen met de opstallen van de heer P,de Greef aan de Veerweg en
zou men willen starten in juli a.s.met ongeveer ?0 mensen,met in
<3e toekomst zo mogelijk 100 arbeiderskrachten. Deze industrie zou
zich dan voorlopig beperken tot het schoon- en inmaken van de zil
ver-uien.Het college van burgemeester en wethouders is van mening,
dat het gemeentebestuur de volle medewerking zal willen geven,bij
het vestigen van genoemde industriedaar hierdoor voor onze inwo
ners in eigen gemeente een werkgelegenheid wordt geboden,welke door
vele thans buiten de gemeente moet worden gevonden. Hoe het z®ch
verder zal gaan ontwikkelen is de VOORZITTER ook niet bekend.Werkt
het gemeentebestuur aan deze industrie-vestiging meedan beperkt
zich deze medewerking eigenlijk nog maar tot de mogelijkheid schep
pen van industrie-vestiging in het uitbreidingsplan. Er is echter
^nadeel aan verbonden, n.m.voor wat de samenstelling van de ar
beidskrachten betreft is de verhouding vrouwelijk - mannelijk als
'°°rdeel is weer dat men alhier met deze industrie bekend is
Na deze uitvoerige uiteenzetting en toelichting,wil de voorzitter
graag de mening van de raad horen.
De heer A.BEdOATUS vindt het voor de gemeente een goede werk
gelegenheid en is van mening dat de gemeente er ook mee vooruit
zal gaan.
De heer G.Moors vraagt of de fabriek deze 3 hectare geheel
nodig heeft.
De VOORZITTER zegt dat men inderdaad behoefte heeft aan 3
hectare,daar deze uien fabriek vooral veel opslagruimte nodig heeft