-2-
De heer van Steeg merkt op dat het om twee zaken gaat, t.w. de
ontwikkeling van het bedrijf alsmede de ontsluitingsweg
Volgens spreker is sprake van geluidsoverlast voor den Engelse
als voor de noordelijke variant wordt gekozen.
Hij kan verder de mening van de provincie niet plaatsen m.b.t.
de mening over de geluidsoverlast en vraagt wat de rol is van
het ammoniak-reductieplan (ARP)
De heer Coppens is van oordeel dat den Engelse kan gaan bouwen.
Hij ziet geen oplossing in een ander traject. Zijn voorkeur gaat
uit naar verkeersremmende maatregelen in de Zevenbergsepoort en
Oliemolenstraat. Hij is van oordeel dat geen schoonheidsprijs is
verdiend en dat van het hele geval veel geleerd dient te worden.
Spreker vraagt wat de kwestie in totaliteit, tot op dit moment,
heeft gekost.
Bij de heer Damen bestaat geen twijfel dat de weg nodig is maar
hij geeft toe niet te weten hoe het nu verder zou moeten.
Ook de heer Hollemans zet vraagtekens bij de kosten en zou één
en ander graag wat inzichtelijker gemaakt zien.
Hij spreekt over "geen water naar de zee dragen" en merkt verder
op dat één db(A) wel degelijk een groot verschil kan zijn.
De heer Vermeulen frist de gang van zaken rondom de taxatie nog
even op. Hij spreekt in dit verband over een half complete zaak,
taxeren op economische waarde en hij mist de taxatie-planschade.
Spreker vraagt hoe de Provincie er tegenover staat en vindt het
vreemd dat pas als laatste met de Provincie is gesproken.
Volgens de heer Vermeulen zijn verkeerde volgordes gebruikt.
Spreker merkt op "Ermee kappen. Laat den Engelse maar bouwen.
We belasten onze ambtenaren enorm, en dat moeten we zeker met de
herindeling voor de boeg niet meer doen."
De fraktie van de heer van Wijgerden is nog steeds van oordeel
dat het verkeer buiten het centrum van Klundert moet worden
omgeleid.
De voorzitter geeft aan dat, gelet op het informatieve karakter
van deze bijeenkomst, het onmogelijk is alle onderdelen uit te
diepen.
Vervolgens geeft wethouder den Engelse nog een toelichting op
het gesprek met de Provincie en merkt op dat het college de
aanleg van de weg wel nodig acht. Bij aanleg van tracé A-C
vormen alternatieve routes voor de pachter een groot probleem.
Er zal dan omgereden moeten worden.
De pachter kan bepaalde eisen inbrengen bij de onderhandelingen
waardoor de kosten nog hoger zouden kunnen uitvallen.
De ontpachting zit in de totale prijs per vierkante meter.
Het ARP speelt in deze (nog) geen rol.
De heer Vermeulen voert nogmaals aan niet te veel werk meer te
doen.