4 A -8- Vervolgens verklaart de heer Ploeg het hierondervermelde Voorzitter Zoals ik al eerder in deze raad heb gesteld, zijn wij bepaald niet tegen het bevorderen van het eigen woningbezit0 Evenwel, Uw argumenten voor het vooralsnog in eigendom behouden van goedkopere woningen voor de minderdraagkrachtigenspreekt ook ons wel aan. Toch vraag ik mij af, of daarbij alle in het geding zijnde belangen evenwichtig zijn afgewogen. Zo denk ik b.v. aan het aspect, dat de bewoner, die tevens eigenaar is, er veelal eerder voor zal zorg dragen, dat onderhouds-. werkzaamheden goed en t ij dig uitgevoerd worden. Wanneer de eigenaar deze werkzaamheden zelf uitvoert, ontstaat hierdoor een zinvolle vrije tijdsbesteding. Laat hij ingrijpende verbeteringen door derden aanbrengen, dan is dat goed voor de werkgelegenheid. Db bewoners krijgen door de aankoop van de door hen bewoonde woning meer persoonlijke verantwoordelijkheid en spaarzin. Op grond van ondermeer die overwegingen,vraag ik mij af, of het niet beter is de deur voor het kopen van een woning de eerstkomende drie jaren toch niet geheel op slot te doen en naar aanleiding van eventuele koopverzoeken van geval tot geval zorgvuldig af te wegen of het verzoek tot koop kan worden ingewilligd. De heer Rijnbrand merkt het volgende op: Voorzitter Wij waren verheugd te mogen lezen, dat U, ons vroegere voorstel wenst te prolongeren. Wij kunnen aan Uw argumenten weinig toevoegen, het meeste is door ons vroeger al gezegd. Wel hadden wij nog enkele vragen over het tweede deel van Uw brief, waarin aangekondigd, de bouw van goedkope premie en of vrije sector woningen, althans daar wordt onderzoek naar verricht. Wij willen graag van U weten, hoe lang hef°c?uurtvoordat de informatie over de goedkope bouwwijze naar de bevolking toe gaat. Hiermee bedoelen wij informatie over vooruitzichtelijke levensduur van de bouw, vermoedelijke kosten, kosten bouwgrond, waarop kan bezuinigd worden. Hier graag een antwoord op. De voorzitter beluistert in het algemeen instemming met het standpunt van het college om niet tot verkoop over te gaan. Enige nuancering is aangebracht ten aanzien van de tijdsduur. Op korte termijn zullen we er inderdaad niet zo veel mee opschieten, omdat zij, die nu in een goedkope woning wonen, daar toch in blijven wonen. Graag zouden wij de mogelijkheden hebben om doorstroming te bevorderen, aldus spreker. Op langere termijn wel. In Klundert is een aantal woningwetwoningen verkocht. De termijn van terugaanbieding aan de gemeente (10 jaar) is inmiddels verlopen. Die woningen voor de sociale sector ben je dus kwijt. Spreker realiseert zich, dat indien de woning wordt verlaten, en deze op de koopmarkt wordt gebracht, aanzienlijk meer moet opbrengen, dan de prijs waarvoor de woning is verkocht door de gemeente. De voorzitter is van mening, dat het beleid, waarvoor in 1978-1979 is gekozen, zo mogelijk moet worden voortgezet. Er zijn m.i. geen belang rijke zaken gewijzigd, aldus spreker. Bepaalde zaken hebben zwaardere ac centen gekregen dan in de periode 1978-1979. De woningschaarste in Klundert is in verhouding tot 3 jaar geleden aanzienlijk toegenomen. De vraag naar goedkope woningen is procentueel nog meer toegenomen. De mogelijkheid tot huursubsidie is momenteel aanleiding voor vragen als mensen in een duurdere woning worden gezet. De vraag is namelijk, hoe lang de huursubsidie, butgettair gezien, nog buiten schot blijft. -9-

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1983 | | pagina 75