Voor zaken, die in het verleden welhaast automatisch uit gemeenschaps gelden werden betaald, is thans geen geld meer. We kunnen ons daar met ons allen, al of niet mopperend, bij neerleggen en hopen op betere tijden. Met zo'n passieve houding lopen we echter het risico, dat de kwaliteit der openbare voorzieningen sterk terugloopt. We zullen, willen we het peil der voorzieningen op minimaal het huidige niveau handhaven, een actief beleid moeten voeren. Zoeken naar goedkopere oplossingen, prioriteiten stellen, voortdurend afwegen wat wel en wat niet moet worden uitgevoerd. Daarnaast lijkt het ons zinvol na te gaan in hoeverre de bevolking inge schakeld kan worden bij onderhoud en mogelijk uitbreiding van openbare voorzieningen In dit verband denken we aan sportaccommodaties, speelgelegenheden voor de jeugd, sportveldjes e.d. Daarenboven zou onderzocht kunnen worden of werklozen zinvolle taken kunnen verrichten, dit met behoud van uitkering en op basis van vrijwilligheid. Niet in de plaats komen van werkzaamheden die normaliter door bedrijfsleven of ambtenaren worden verricht. Ten aanzien van een aantal openbare voorzieningen zouden we het volgende willen opmerken. AfvalverwerkingIn de aanbiedingsbrief wordt gesproken over de aanleg van een vuilnisstortplaats in de gemeente Zevenbergen. Het ontwerp—bestemmingsplan voor deze stortplaats is kortgeleden door Uw college ontvangen en zal bij de raadsstukken liggen voor de komende raads vergadering. We komen, zo gewenst, bij de volgende raadsvergadering op deze zaak terug. Nieuwe investeringen: In willekeurige volgorde noemt Uw college een aantal gewenste nieuwe investeringen. Indien we uitgaan van de huidige situatie dan moeten we, helaas, consta teren, dat we niet of nauwelijks aan nieuwe investeringen toekomen. We mogen blij zijn, indien we het aanwezige niveau aan voorzieningen op peil kunnen houden. Toch wanhopen we niet. Indien met name de rente stand zich in gunstige zin blijft ontwikkelen, dan komt er mogelijk toch wat ruimte. U stelt in dit verband "bldz. 21, 2e alinea". Het C.D.A. vraagt zich af of niet nu reeds uitgewerkt moet worden wat met name de financiële consequenties zijn van de gewenste nieuwe investeringen. Afgezien van de mogelijk financiële ruimte die in de toekomst kan ontstaan. Het is niet denkbeeldig dat bepaalde voorzieningen, die nauwelijks nog een functie vervullen, maar wel geld kosten, ingeruild kunnen worden voor projecten die in een grotere behoefte voorzien en hetzelfde of weinig meer geld kosten. Meneer de voorzitter, zo zijn deze CD.A—beschouwingen toch groter geworder dan dat ik me van te voren voorgesteld had. Er hangt een sfeer in van versobering maar zeker niet van pessimisme. Ook wij weten dat de bomen niet tot in de hemel groeien en dat we pas op de plaats moeten maken. Het Rijk, maar ook de gemeenten hebben er aan meegewerkt, dat we samen iets teveel opgemaakt hebben. Een oud spreekwoord zegt al wie witbrood voor eet moet rogge-brood na eten. Nog reeds zijn we met zijn alle nog niet aan het roggebrood toe, maar het gevaar zit erin dat de economie nog meer in gevaar komt, zodat we als overheid niet meer voor de zwakken in onze maatschappij kunnen zorgen. Het C.D.A. is van mening, dat hogere en lagere overheid er voor moeten knokken om onze sociale zekerheden te behouden. lile weten dat het erg moeilijk is om met een groeiend bestand uitkering- trekkers dit alles te continueren. Ue hopen dan ook bij alle belangen groeperingen het gezond verstand zal winnen van het eigen ik.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1983 | | pagina 16