Wij hebben het risico van een taakverzwaring voor sommige leden
onderkend. Dat risico valt mee, indien we nagaan wat die ver
zwaring inhoudt. De verandering houdt in, dat twaalf porte
feuilles in plaats van over negen, dan over zeven of zes perso
nen worden verdeeld. Bij die portefeuilles is onderscheid te
maken tussen wat zwaardere en meer lichte portefeuilles. Bij
de verdeling is daarmede desgewenst rekening te houden. In
de huidige situatie is daar geen rekening mee gehouden. Daar
uit blijkt, dat de grens van een verantwoorde taakbehartiging
nog niet is benaderd. Het kleinere aantal leden vergroot ver
der de slagvaardigheid van het dagelijks bestuur.
De zwaarte van de taakbehartiging moet men niet zondermeer ge
lijk stellen met het tijdsbeslag. Ongeacht de zwaarte van z'n
portefeuille zal een lid een bepaalde tijd voor alleen al het
voorbereiden en bijwonen van de wekelijkse vergaderingen van
het dagelijks bestuur beschikbaar moeten hebben. In die zin is
er nu al sprake van part-time bestuurders. Het begrip part-time
is op allerlei wijzen verder in te vullen. Die invulling wordt
nu en straks bepaald door de gewestraad, in samenspraak met de
gemeenten. De verkleining van het dagelijks bestuur heeft op
zich dus geen rechtstreekse gevolgen voor de reikwijdte van
et begrip part-time. Wij zijn niet bevreesd voor belangrijke
financiële gevolgen. Op zich betekent een vermindering van het
aantal leden ten opzichte van de huidige situatie een financi
ële ruimte van f. 18.000, of er eventueel meer tijd wordt
vrijgemaakt voor het lidmaatschap van het dagelijks bestuur
en welke vergoeding daarbij past, is zoals gezegd een zaak
van de gewestraad, in samenspraak met de gemeenten.
In aansluiting op voorgaande alinea achten wij de kansen van
raadsleden voor een lidmaatschap van het dagelijks bestuur
bij ons voorstel groter dan in de huidige situatie. Het is
voor raadsleden in het algemeen niet eenvoudig zich beschikbaar
te stellen voor bestuursactiviteiten overdag. Het aantal kandi
daten is wel groter, indien de vergoeding redelijk is afgestemd
op het tijdsbeslag. Een dergelijke vergoeding achten wij op
zijn plaats, omdat wij het lidmaatschaD van het dagelijks be
stuur niet rekenen tot de gemiddelde activiteiten van een raads
lid. Ons voorstel biedt de mogelijkheid om tot een meer nauw
keurige afstemming van de vergoeding op het tijdsbeslag te komen,
zonder dat hieruit een lastenverzwaring voor de gemeenten op
treedt. Op deze manier worden dus de kansen van raadsleden op
een lidmaatschap van het dagelijks bestuur groter. Deze proble
matiek is ons inziens mede van invloed geweest bij de huidige
samenstelling van het dagelijks bestuur, waarvan weinig raads
leden deel uitmaken.
Wij zien, gelet op het vorenstaande, niet in, dat een verkleininc
van het dagelijks bestuur per definitie tot een veel tijd
vergende voorzittersfunctie moet leiden. De zwaarte van de voor
zittersfunctie is afhankelijk van een groot aantal factoren en
toevalligheden.
een verkleining denkbaar^ Tot slot wijzen wij op het financi
ële voordeel. Uitgaande van de begroting 1979, is dit financi
ële voordeel van een kleinere gewestraad te ramen od f. 10.800,-
Indien de commissies met bijvoorbeeld drie leden worden ver
minderd bedraagt de besparing daarop f. 13.500,--.
4. OMVANG DAGELIJKS BESTUUR
4.1. Gemeentelijke reacties
Slechts acht gemeenten hebben hierop gereageerd. Drie gemeenten
willen de huidige omvang handhaven. Drie gemeenten willen een
dagelijks bestuur met 5 a 6 of 6 a 7 leden. Een gemeente heeft
geen bezwaar tegen handhaving van de huidige situatie. Een
gemeente is voorstander van een zo doelmatig mogelijke omvang.
4.2. Voorstel
Wij achten het in de lijn van een kleinere gewestraad liggen
om ook de omvang van het dagelijks bestuur te verkleinen. Wij
zijn voorstander van een dagelijks bestuur, bestaande uit
zeven leden. De spreiding hiervan over de groepen van gemeen
ten kon inhouden:
- twee leden namens de Breda-P.T.T. gemeenten;
een lid namens elk van de overige vier groepen van gemeenten,
te weten Dongemond-OosterhoutEtten-Leur-ZekluzaLand van
Heusden en Altena en de Zuidelijke gemeenten.
Te zamen met de voorzitter bestaat het dagelijks bestuur dan
uit zeven leden.
Wij realiseren ons, dat deze verkleining tot een verzwaring
van de taak van enkele leden zal leiden. Het stadsgewestelijk
werk zal in de toekomst nog meer tijd vergen. Dit geldt vooral
voor die leden die belast worden met meer portefeuilles.
Hieruit vloeien mogelijk enige financiële gevolgen voort.
In de regeling is momenteel voorzien in twee leden van het
dagelijks bestuurafkomstig uit Breda. Bij verkleining van
het dagelijks bestuur achten wij het redelijk, dat Breda recht
houdt op tenminste één zetel. Deze zetel houdt zo een compen
satie in voor het in verhouding tot het inwonertal kleine aantal
vertegenwoordigers van Breda in de gewestraad.
4.3. Behandeling gewestraad
De gewestraad heeft in zijn discussie aandacht aan de volgende
vragen besteed:
ontstaat er geen onverantwoorde taakverzwaring voor de leden
van het dagelijks bestuur?
moet nu onmiddellijk worden gedacht aan part-time leden met
de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen?
- worden de kansen van raadsleden op een lidmaatschaD van het
dagelijks bestuur dan niet kleiner?
- wat is de invloed ervan op de voorzittersfunctie?
- wordt hierdoor de verambtelijking van het geweste1ijk bestuur
bevorderd of tegengegaan?