9. Verwerkingscapaciteit en de voornaamste factoren die deze bepalen 10. Mogelijkheden tot uitbreiding van de capaciteit. 11. In de genoemde drie jaar jaarlijks geproduceerde en afgezette hoeveelheden compost. 12. Soorten, hoeveelheden en bestemmingen van eventueel voor de compostering afgescheiden stoffen zoals schroot 13. hoeveelheid en bestemming van de reststoffen. Specifiek voor huisvuilscheidingsinstallaties (3.1.4.) 7. Beschrijving van de installatie en de gevolgde werk- wi j z e 8. Resterende levensduur van de installatie. 9. Capaciteit en de factoren die deze bepalen. 10. Mogelijkheden tot uitbreiding van de capaciteit. 11. Hoeveelheid en bestemming van de verschillende deel stromen 12. Hoeveelheid en bestemming van de verschillende rest stoffen Specifiek voor over 1aadstations (3.1.5.) 7. Beschrijving van het station en de gevolgde werkwijze. 8. Resterende levensduur van het station. 9. Capaciteit en de factoren die daarvoor bepalend zijn. 10. Mogelijkheden tot uitbreiding van de capaciteit. 11. Plaats(en) van bestemming van de overgeladen afvalstof f en Voor de overige inrichtingen (3.1.6.) de bij bovenstaande inrichtingen gevraagde gegevens voor zover van toepassing. 3.2. Verwachte ontwikkeling Te verstrekken gegevens als onder 3.1., voor zover van toe passing, in ieder geval voor de planperiode en indien moge lijk voor de verdere toekomst. Indien voor het betreffende samenwerkingsgebied nog niet tot (een) definitieve verwij deringsmethode (n of locatiekeuze sis besloten bij de vaststelling van het plan, dienen de in aanmerking komende verwijderingsmethoden c.q. locaties enzovoorts te worden aangegeven met verstrekking van gegevens, voor zover moge lijk, als onder 3.1. Voor nieuwe inrichtingen dienen de gegevens op afzonderlij ke bijlagen te worden aangegeven. Voor zover de verwachte ontwikkelingen geen andere dan de onder 3.1. beschreven inrichtingen omvatten, kunnen deze ontwikkelingen op de desbetreffende bijlagen worden aange geven Naast de onder 3.1. verstrekte gegevens voor zover van toe passing bovendien: 1. de van de betreffende inrichting gebruik makende gemeen ten, te groeperen naar de betreffende samenwerkingsge bieden; dit in ieder geval voor zover binnen de provin cie gelegen en zo mogelijk ook voor zover in een andere provincie gelegen; 2. de voorzieningen die zijn getroffen met het oog op de aanvoer van afvalstoffen vanuit andere samenwerkings gebieden en andere provincies; 3. uitwijkmogelijkheden bij stagnaties van de inrichting 4. met betrekking tot de gemeenten (samenwerkingsgebieden) van buiten de provincie van wie de afvalstoffen binnen de provincie (zullen) worden behandeld, dienen afschrif ten van de correspondentie tussen afvoerende en ontvan gende provincie, waaruit de instemming van de laatste blijkt, bij het plan te worden gevoegd; Voor nieuwe inrichtingen bovendien: 5. de verwachte aanvang van. de behandeling van afvalstoffen; 6. de factoren die het aanvangstijdstip bepalen zoals plano logische procedure, vergunningenprocedure, bouw- en aan- legperiode en dergelijke; 7. voor zover dit niet mocht blijken uit de eerder verstrek te gegevens: de voorzieningen en maatregelen getroffen in de overbruggingsfase met betrekking tot de te behandelen afvalstoffen, tot het tijdstip waarop de nieuwe inrich ting de behandeling kan aanvangen. naar een buiten de provincie gelegen bestemming 4.1. Huidige situatie (zie ook 1.1.6) Te verstrekken gegevens: 4.1.1. De gemeenten van waaruit afvalstoffen naar andere pro vincies worden afgevoerd. 4.1.2. Hoeveelheden afvalstoffen, onderscheiden tenminste in de categorieën 1. en 2., die naar een andere provin cie worden afgevoerd. 4.1.3. Uiteindelijke plaats van behandeling van de afvalstof fen. 4.2. Verwachte ontwikkeling 4.2.1. Indien de uitvoer slechts een deel van het samenwer kingsgebied betreft, de in dat deel gelegen gemeenten. 4.2.2. Betrokken hoeveelheden afvalstoffen onderscheiden ten minste in de categorieën 1. en 2. 4.2.3. De plaats van behandeling van de afvalstoffen. 4.2.4. Namen van de contractpartners. 4.2.5. Aanvang, duur en tussentijdse beëindigingsmogelijkhe den van de overeenkomst. 4.2.6. Uitwijkmogelijkheden bij stagnatie van de betreffende afvoer 4.2.7. met betrekking tot afvoer ter behandeling naar andere provincies dienen afschriften van de correspondentie

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1979 | | pagina 399