- 4 - verwerking van de afvalstoffenstroom in het gebied,als door de gemeente van vestiging voor de locale belangen, uitgeoefend moeten kunnen worden. Deze gecombineerde viesbevoegdheid, ieder voor zover het de eigen ^eran^ woordelijkheid betreft, is in artikel 44 1 lid jkh taald 6. AANWIJZING STORTPLAATSEN Zodra de afvalverwerkingstaak aan het stadsgewest is o- vergedragen, zal er vooral in de afbouwfase een stadsge westelijk bestuursorgaan moeten zijn dat op een voo£ le gemeenten zo voordelig mogelijke wijze de verwerkings- plaatsen aanwijst. Hiermee *an het totale afbouwproces vanuit een centraal punt worden gecoördineerd. Voor een snelle en soepele aanwijzingsprocedure is gekozen voor de bestuurscommissie als aanwijzingsorgaan. Vanzelfspre- kend zal een aanwijzing slechts plaatsvinden na een goed overleg met de betrokken gemeenten. Ons beleid is er op gericht te komen tot een sa^r^ de diverse locale stortplaatsen tot twee centrale stort plaatsen te Bavel en Zevenbergen. De grootschalugheid van^ deze twee gewestelijke stortplaasten zal een volledig richting volgens de geldende milieuhygiënische norwii mo- aeliik maken tegen een betaalbaar verwerkingstariefAch ter dit beleid staan alle gemeenten. Indien echter moment zou blijken dat het om dringende redenen wenselij is om het huishoudelijke afval van het stadsgewest n meer binnen de eigen gewestgrenzen te verwerken dan lijkt aanwijzing van zo'n externe stortplaats slechts met stemming van de betrokken gemeenten mogelijk. Zo komt de aanwijzing van de verwerkingsplaats bij Waalwijk voor gemeenten AalburgDussen en Woudrlchem volledig in over- eenstemming met deze gemeenten tot stand. Een en ander ie vaetgelegd in artikel 44 n van de bijgaan- de ontwerp-achtste wijziging. 7. TRANSPORTKOSTENPOOLING 7.1. Gezamenlijk dragen van de transportkosten Zoals u heeft besloten op 25 augustus 1978 zullen de kosten van het transport van huishoudelijk afvalgrof huisvuil veegvuil en niet vaste stedelijke afvalstoffen door alle gemeenten gezamenlijk worden gedragen. Dit naar rato v de eigen afvalproductie van de gemeente en op basis van het zogenaamde tienkilometertarief. Voor de duidelijkheid wijzen wij u hierbij op het volgende Het stadsgewest krijgt via de wijziging van de Regeling Stadsgewest Breda de verantwoordeli]kheid voor de ver king van die afvalstoffen die volgens de of de uitvoeringsbesluiten ervan, te zamen met de hu^°u delijke afvalstoffen verwerkt kunnen worden.In ons voor stel van 13 januari 1978 aan uw gewestraad hebben wij u het volgende overzicht van alle afvalcategorieën gegeven. De categorieën 1 tot en met 9 vallen onder de voorgestel de stadsgewestelijke verantwoordelijkheid. Stedel±^Jce_afYa-lstof fen 1. huishoudelijke afvalstoffen; 2. grof gezinsafval en grof tuinafval; 3. probleemstoffen uit gezin (huishoudingen) 4. afval, afkomstig van straten, markten, plantsoenen en oppervlaktewateren 5. niet vaste stedelijke afvalstoffen; 6. stedelijk bedrijfsafval, vergelijkbaar qua samenstel ling en wijze van verwerken met huishoudelijke afval stoffen Bedri j fsafval 7. bedrijfsafval, niet vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen (procesafval 8. bouw- en sloopafval; 9. slib van zuiveringsinstallaties voor afvalwater; 10. agrarisch afval; 11. ziekenhuisafval Overige^categorieën 12. autowrakken; 13. autobanden. Chemische^afvalstoffen 14. chemisch afval; 15. afgewerkte olie. Naast de verantwoordelijkheid van het gewest voor de verwer king van de genoemde categorieën afvalstoffen, zal het ge west ook zorg dragen voor de pooling van de afvaltransport- kosten. Hierbij worden echter alleen de categorieën 1 tot en met 5 van de afvalstoffen betrokken, die wij verder kort weg huisvuil zullen noemen. Immers, slechts het transport voor deze afvalstoffen dient in principe bekostigd te wor den door de gemeenten. Voor de verwijdering van de van be drijven afkomstige afvalstoffen dienen de bedrijven zelf te zorgen. Wel staat het de gemeenten natuurlijk volkomen vrij als een vorm van dienstverlening de verwijdering van deze afvalstoffen voor de bedrijven op zich te nemen. De eventuele kosten hiervan horen echter niet via de pooling op de gezamenlijke gemeenten te drukken. Dit principe ligt ook ten grondslag aan de afvalstoffenwet, die er vanuit gaat dat in principe de vervuiler betaalt. 7-2. Gegevens afvalaanbod Bij de berekening van de transportkosten per gemeente voor de pooling is de afvalproductie per gemeente leidraad. Deze

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1979 | | pagina 389