Artikel 16.
In de eerste regel van artikel 60 wordt tussen de woorden
"artikelen" en "54", "53,lid1" ingevoegd.
Artikel 17.
De titel van artikel 62 wordt gewijzigd in: Ruimten, die tot een
woning moeten behoren.
Tevens wordt in lid 1 onder a, "toegangsportaal" gewijzigd in
"toegangsportaal of -gang.";
In lid 1 onder f, wordt "open erf" gewijzigd in "erf".
"Voorts wordt in lid 1 de laatste zin vervangen door:
Niet van toepassing is het bepaalde:
onder e: voor wat betreft de combinatie van een privaat en een
badruimte indien tot de woning reeds een afzonderlijk privaat
behoort
onder k: indien de woning is voorzien van een verwarmingsinstal
latie waarvoor geen opslag van vaste brandstof in of bij de
woning nodig is.
In lid 2 van dit artikel komt het gestelde onder f. te vervallen.
Artikel 18.
Artikel 65, lid 1, wordt gelezen als volgt:
1Voor mensen toegankelijke besloten of open ruimten van tot be
woning bestemde gebouwen moeten bereikbaar zijn door middel van
vaste trappen of hellingbanen, indien de vloer van deze ruimten
meer dan 20 cm boven of beneden peil ligt.
Niet van toepassing is het bepaalde in het voorgaande van dit
lid op binnen een woning gelegen, uitsluitend voor bergings
doeleinden bestemde zolders, die door een beweegbare trap
bereikbaar zijn en op vlieringen.
Artikel 19.
In de titel van artikel 66 en in lid 1 van dit artikel worden
"open erf" vervangen door "erf".
Artikel 20.
Artikel 72, lid 4, wordt gelezen als volgt:
4. De in lid 3 voorgeschreven breedte moet ten minste over een
lengte van 3 m aanwezig zijn, indien de kamer ten minste 3,85m
breed is en ten minste over een lengte van 3,3m bij een kleinere
kamerbreedte dan 3,85m. De breedte van de kamer mag echter
nergens minder dan 2,5m zijn.
Artikel 21.
In artikel 77 worden de leden 1 en 3 gelezen als volgt:
1. Balkons, veranda's, loggia's en platten, die door deuren in
verbinding staan met het gebouw, waxtoe zij behoren, moeten
aan elke open zijde zijn voorzien van een balustrade met een
hoogte boven het betreedbare oppervlak van:
a. ten minste 1 m, indien het betreedbare oppervlak lager dan
12,5m boven peil ligt;
b. ten minste 1,2m, indien het betreedbare oppervlak 12,5m of
hoger boven peil ligt.
De balustrade mag niet meer dan 5 om buiten de rand van het be
treedbare oppervlak zijn aangebracht en moet zodanig zijn uitge
voerd dat geen gevaar bestaat voor het doorvallen van of het
overklauteren door kleine kinderen.