NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Klundert gehouden op dinsdag 1 september 1970 "t® 20 uur in het raadhuis. Voorzitter: C.D.van Oosten, burgemeester. Seoretaris: H.A.M.Romboutswaarnemend seoretaris. Aanwezig de heren J. van der Burgh, A.C.M.CoppensA.van Drimmelen, N.E.van Drimmelen, A.den Engelse, C.Jongbloed, L.C.P.Lansen, H.E.J.Meijer, A.P.M.SpieringsA.Vermeulen en K.Vroegop. Ie OPENING. De voorzitter opent de vergadering en stelt agendapunt 2 aan de orde. 2. BEËDIGING RAADSLEDEN. De heren van der Burgh, Coppens, A.van Drimmelen, N.E.van Drimmelen, Jongbloed, Spierings en Vroegop, leggen in handen van de voorzitter achtereenvolgens de in artikel 45 van de gemeentewet bedoelde zuiverings eed en ambtseed af; de heren den Engelse, Lansen, Meijer en Vermeulen de in dit artikel be doelde verklaring en belofte. Hierna spreekt de voorzitter de navolgende installatierede uit. Mijne heren, Met het afleggen van de bij de wet vereiste eed of belofte heeft U het lidmaatschap van de raad van deze gemeente aanvaard. Ge zijt thans gerechtigd Uw taak als raadslid uit,, te oefenen. Gaarne wil ik Uw installatie als nieuw geformeerde raad met een enkel woord begeleiden. Krachtens de grondwet vormt de raad het hoogste bestuursorgaan der gemeente. Niet alleen heeft de raad het budget-recht, ook berust bij hem de wetgevende macht in de gemeente. Het is mij bekend, dat hoe langer hoe sterker het geluid klinkt, dat de raad toch eigenlijk het tweede^ bestuursorgaan is, omdat het college van burgemeester en wethouders in feite de touwtjes in handen houdt. Ik ontken niet, dat de invloed van genoemd college op het bestuursbeleid bijzonder groot kan zijn, doch doorslaggevend is dit niet. Het is d.e raad, die de beleidsbeslissingen neemt, zij het dan geadviseerd door het college van burgemeester en wet houders. Het lidmaatschap van de raad vraagt van U een groot verantwoordelijk heidsbesef» Daarbij moet geUer wel van bewust zijn, dat U individueel geen bestuursbevoegdheid bezit. Slechts in rade verenigd vormt U het be stuur van de gemeente. Indien een raadslid nadere informatie omtrent een bepaalde materie wenst, dan dient hij zich te richten tot het college dan wel tot de hoofden van dienst, doch niet tot de ondergeschikte ambtenaren. De ambte naren dragen geen bestuurlijke verantwoordelijkheid en U moet hen niet in de ongelegenheid brengen door hen te plaatsen voor de mogelijkheid een weigerend antwoord te moeten geven op een vriendelijk bedoeld ver zoek Uwerzijds. De spelregels, welke gelden tijdens de raadsvergadering, zijn neerge legd in het reglement van orde. Aan het eind van elke vergadering wordt de rondvraag aan de orde ge steld. Uitdrukkelijk stel ik hierbij, dat de vragen geen discussiepunten zijn. Op de gestelde vragen wordt, indien mogelijk, tijdens de vergade ring een antwoord gegeven of indien dit niet mogelijk blijkt, later, doch dan schriftelijk. Ik spreek de hoop uit, dat met inachtneming van de spelregels en de eed dan wel de belofte indachtig, goede vergaderingen mogelijk mogen zijn en gericht op het belang van deze gemeente. U dient zich steeds voor ogen te houden, dat U hier niet bent als vertegenwoordiger van een bepaalde groep of fractie, doch om gezamen lijk als vroede mannen het gemeentebelang te dienen. De raad een vruchtbare zittingsperiode toewensend verklaar ik de raad hiermede geinstalleerd. 5. BENOEMING WETHOUDERS. De voorzitter vraagt of iemand een verklaring wenst af te leggen. De heer Meijer spreekt hierop de hoop uit, dat de benoeming van de wethou ders deze avond naar eer en geweten zal kunnen plaatsvinden en verzoekt bij het doen van de keuzen uitdrukkelijk die personen te benoemen, die de zware taak van wethouder naar behoren en zonder rancune zullen kunnen volbrengen.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1970 | | pagina 86