l®_™ÏSiEiïïSi. Nr. Be raad der gemeente Klundert; gezien de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders Klundert 1970, vastgesteld in zijn vergadering van nr. gelet op het voorstel van Burgemeester en wet houders dd. Besluit vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de Uitkerings- en pensioenveror dening wethouders Klundert 1970. Artikel 1. Artikel 1, lid 2, wordt gelezen als volgt: 2. Be raad kan Beslissen, dat geen uitkering wordt toegekend aan een gewezen wethouder: a. die zich in vreemde krijgsdienst of in vreemde overheids dienst heeft Begeven en naar zijn oordeel zich daardoor uit Nederlands nationaal oogpunt Beschouwd onwaardig heeft gedragen; B. die wegens enig strafbaar feit is veroordeeld, waaruit naar z jn oordeel Blijkt, dat hij zich uit Nederlands nationaal oogpunt Beschouwd onwaardig heeft gedragen; c. die overeenkomstig artikel VI 9 van de Kieswet van het lidmaatschap van de raad vervallen verklaard is; d. wiens ontslag voortvloeit uit het feit, dat hij zich aan kennelijk wangedrag of grove verwaarlozing van zijn taak heeft schuldig gemaakt. Onder grove verwaarlozing van zijn taak wordt Begrepen het zonder genoegzame grond weigeren de in artikel 129 van de gemeentewet bedoelde inlichtingen aan de raad te verstrekken. Artikel 2. Artikel 28 wordt gelezen als volgt: 1. Be raad kan het uitzicht of het recht op pensioen geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren: a. indien degene, die dat uitzicht of recht heeft zich in vreemde krijgsdienst of in vreemde overheidsdienst heeft Begeven en naar zijn oordeel zich daardoor uit Neder lands nationaal oogpunt Beschouwd onwaardig heeft gedragen; B. indien degene, die dat uitzicht of recht heeft wegens enig strafbaar feit is veroordeeld, waaruit naar zijn oordeel Blijkt, dat hij'zich uit Nederlands nationaal oogpunt Beschouwd onwaardig heeft gedragen; c. indien degene, die dat uitzicht of recht heeft overeen komstig artikel W 9 van de Kieswet van het lidmaatschap van de raad vervallen verklaard is; d. indien het ontslag als wethouder, die dat uitzicht of recht heeft voortvloeit uit het feit, dat hij zich aan kennelijk wangedrag of grove verwaarlozing van zijn taak heeft schuldig gemaakt. Onder grove verwaarlozing van zijn taak wordt Begrepen het zonder genoegzame grond weigeren de in artikel 129 van de gemeentewet Bedoelde inlichtingen aan de raad te verstrekken. -2.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1970 | | pagina 51