AGENDAPUNT; -IX-70. Klundert, 9 december 1970. Onderwerp: Wijziging belastingtarieven. Aan de raad. In zijn oirculaire van 6 juli 1970» nr. F70/U2088, deelt de minister van Binnenlandse Zaken mede, dat de bij de toekenning van aanvullende bijdragen uit het gemeentefonds gehanteerde normen inzake het peil der gemeentelijke belastingen voor het jaar 1971 zijn verhoogd. In verband hiermede zullen voor het belastingjaar 1971 d.e volgende minimumnormen worden aangehouden. Straatbelasting. 2W van de kadastrale opbrengst voor gebouwde eigendommen; 11,5# van deze opbrengst voor ongebouwde eigendommen Rioolheffingen. 107,per aansluiting per jaar,met zuivering; 53»50 per aansluiting per jaar, zonder zuivering. Reinigingsrechten. 28,25 per emmer bij tweemaal per week ophalen door een goed geoutilleerde dienst. Opcenten personele belasting. Gemiddeld 230 opcenten. De minister vermeldt, dat bij de vaststelling van de herziene normen uitsluitend rekening is gehouden met de in het Centraal Economisch Plan 1970 verwachte algemene prijsstijging voor 1970* Voor wat de belastingen betreft is daarbij een percentage van 4»5 gehanteerd (de prijsmutatie, zoals deze voor het totaal van de nationale beste dingen, exclusief uitvoer, is berekend), terwijl voor wat de retribu ties aangaat-waarbij een directe relatie tussen kosten en opbrengsten bestaat- een percentage van 7 (weergevend de prijsmutatie van de to tale overheidsconsumptie) is gebezigd. Voorts merkt de minister nog op, dat het aanbeveling verdient gemeente lijke heffingen regelmatig aan te passen, indien algemene prijsstij gingen daartoe aanleiding geven. Hoewel wij niet verwachten, dat wij voor 1971 voor een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds in aanmerking zullen komen, menen wij toch, dat hetin het kader van een gezond financieel beleid gewenst is de trend in de gemeentelijke heffingsnormen te volgen. Het is onmiskenbaar, dat de loon- en prijsstijgingen het kostenverloop van de gemeentelijke dienstverleningen beïnvloeden. Worden de tarieven niet regelmatig aangepast dan heeft dit tot gevolg, dat op de langere duur de verhouding tussen de reële druk van elke heffing en de waarde van de daarmede corresponderende diensten niet meer met elkaar corresponderen. En dit zal dan weer tot gevolg hebben dat bepaalde noodzakelijke voorzieningen achterwege moeten blijven. In verband hiermede achten wij het noodzakelijk dat ook in onze gemeente een aantal heffingstarieven worden bijgesteld, te weten: Straatbelasting. gebouwde eigendommen: verhogen van 22# tot 23#, ongebouwde eigendommen: verhogen van 11# tot 12#. Rioolbelasting. De gemiddelde opbrengst bedraagt thans 50,-- per aansluiting. Deze opbrengst wordt verkregen bij een heffingsperoentage van 35# en een minimumbedrag per aansluiting van 42,50. Voor een gemiddelde opbrengst van 53,50 per aansluiting aohten wij verhoging van het heffingsperoentage van 35# tot 36# en van het mini mumbedrag per aansluiting van 42,50 tot 45,noodzakelijk.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1970 | | pagina 159