Artikel 28.
Het opeohrift van artikel 133 wordt gewijzigd in»
Overige sanitaire voorzieningen in woningen.
Toegevoegd wordt een derde lid, luidende:
3. Nabij de plaatsingsruimte, bedoeld in artikel 76a, moet ten
behoeve van de aansluiting van een wasapparaat een lozings
gelegenheid op de afvoerleiding aanwezig zijn. Indien in
deze plaatsingsruimte in de keuken is voorzien, kan worden
volstaan met de lozingsgelegenheid bedoeld in artikel 130,
lid 2. De lozingsgelegenheid moet luchtdicht kunnen worden
afgesloten, tenzij de lozingsgelegenheid tevens als vloer
lozing dient en voorzien is van een stankafsluiter.
Artikel 29.
In artikel 138 wordt in lid 1 het gestelde onder e gelezen als
volgt:
e. een aansluitpunt voor een tappunt nabij de in artikel 130,
lid 2, bedoelde plaats in de keuken;
Toegevoegd wordt in lid 1:
f. een aansluitpunt voor een tappunt nabij de in artikel 133,
leden 2 en 3» bedoelde plaatsen in een woning.
Artikel 30*
In artikel 148 wordt lid 1 gelezen als volgt:
1. De elektriciteitsinstallatie van een woning moet ten minste
omvatten:
a. een aansluipunt voor een lamp met schakelaar, elk op de
daartoe meest geschikte plaats in elke kamer, in elke keuken,
in elke bijkeuken, in elke badruimte, in elk privaat, op
de zolder en in de kelder. De schakelaar voor de lamp
in de badruimte mag ook buiten de badruimte nabij de toe
gang daarvan zijn aangebracht;
b. een aansluitpunt voor een lamp ten dienste van de tot de
woning behorende bergplaats en/of garage, indien deze in
hetzelfde gebouw zijn gelegen of zijn aangebouwd, met
schakelaars) nabij de toegang tot die bergplaats en/of
garage, met dien verstande, dat de daarbij behorende leidin
gen mogen zijn verbonden met een schakel- en verdeelin-
richting in een gemeenschappelijke meterkast;
o. een aansluitpunt voor een lamp in elke hal, in elk portaal,
in elke gang, op elk bordes en boven elke vaste trap, met
schakelaar(s) op een daartoe geschikte plaats; het aansluit
punt dat tot verlichting van een trap dient, moet zowel
beneden als bovenaan de trap kunnen worden in- en uitge
schakeld;
d. de volgende wandcontactdozen:
vier meervoudige in een kamer als bedoeld in artikel 72,
lid 1 (hoofdwoonkamer), met een oppervlakte van 20 m2 of
meer
twee meervoudige in alle overige kamers met een oppervlakte
gelijk aan of groter dan die genoemd in artikel 72, lid 5;
drie meervoudige in een kamer als bedoeld in artikel 72,
lid 2 (hoofdwoonkamer), met een oppervlakte van minder dan
20 m2
eén meervoudige in alle overige kamers met een oppervlakte
kleiner dan die genoemd in artikel 72, lid 5;
twee meervoudige in keukens;
één meervoudige in een bijkeuken en een wasruimte;
één op een zolder;
één in de bergplaats en/of garage, indien deze in hetzelfde
gebouw is gelegen als de woning of is aangebouwd, met dien
verstande, dat de bij deze wandcontactdoos behorende lei
ding mag zijn verbonden met een schakel- en verdeelin-
richting in een gemeenschappelijke meterkast;