II
2, Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1,
mits de hellingbaan ook bij ongunstig© weersomstandigheden
voldoende veilig begaanbaar blijft.
Artikel 22.
In artikel 101 wordt in de leden 1 en 2 "11,2 m" gewijzigd in
"10 m".
Artikel 23.
In artikel 105 worden in het opschrift de woorden "kamers, keukens
en bijkeukens" vervangen door "kamers en keuken".
In lid 1 worden in de eerste regel de woorden "kamers, keukens en
bijkeukens" vervangen door "kamers en keukens" en worden in de
vierde regel de woorden "de kamer, keuken óf de bijkeuken", vervangen
door "de kamer of de keuken".
De tweede alinea van lid 1 wordt gelezen als volgt:
Bij de berekening van de vereiste raamoppervlakte moet voor elk
raam gebruik worden gemaakt van de factor welke behoort bij de
voor dat raam geldende belemmeringshoek.
In de tabel, opgenomen in lid 1, wordt in het opschrift van de
middelste getallenkolom "en bijkeukens" geschrapt.
In lid 2 wordt in de derde regel "raam" vervangen door "raamkozijn".
In lid 6 wordt het bepaalde onder a 1 vervangen door:
1. voor keukens in bijzondere woongebouwen en voor keukens in
woningen ten aanzien waarvan de vrijstelling, bedoeld in artikel
62, lid 2, onder a,c 1 of c 2, is verleend.
Artikel 24.
In artikel 124 wordt in lid 5 het jaartal "I960" gewijzigd in "I969".
Artikel 25.
In artikel 125 wordt in de leden 1 en 2 in de eerste regel het
woord "afgesloten" vervangen door "afsluitbare".
Artikel 26.
In artikel 129 wordt in de laatste zin van lid 1 "1,8 m2" gewijzigd
in "2m2"
Lid 2 wordt gelezen als volgt:
2. De wanden van een badruimte moeten vanaf de vloer tot ten minste
1,7 m daarboven een waterdicht afgewerkt oppervlak hebben. Het
overige deel van de wanden en het plafond moeten bestaan uit of
bekleed zijn met materiaal dat niet door water of waterdamp
wordt aangetast.
Artikel 27.
In artikel 130 wordt lid 2 vernummerd tot lid 5» wordt een nieuw
tweede lid opgenomen en een vierde lid toegevoegd. De leden 2,3 en
4 luiden:
2. In de keuken van een woning moet, ten behoeve van de afvoer van
een vaatwasapparaatop een daartoe geschikte plaats een lo
zingsgelegenheid aanwezig zijn, die aangesloten is op een af-
voerleiding. Deze lozingsgelegenheid moet luchtdicht kunnen wor
den afgesloten, tenzij de lozingsgelegenheid tevens als vloerlo
zing dient en voorzien is van een stankafsluiter.
3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 geldt ook voor een kamer waarvan
met vrijstelling ingevolge artikel 62, lid 2, onder d, een deel
als keuken is ingericht.
4. Niet van toepassing is het bepaalde in de leden 2 en 3, indien
de woning ingevolge het bepaalde in artikel 137, niet behoeft
te zijn voorzien van een drinkwaterleidinginstallatie