Artikel 66, lid 4» wordt gelezen als volgt. 4. De badruimte in een woning, waartoe meer dan drie kamers behoren, mag binnen de woning niet uitsluitend toegankelijk zijn vanuit een kamer. Het oorspronkelijke lid 4» luidende: "Een kelder van een woning mag niet toegankelijk zijn vanuit een kamer", wordt vernummerd tot lid 5« het oorspronkelijke lid 5 vervalt. Toegevoegd wordt lid 6, luidende: 6. Vrijstelling kan worden verleend van: a. het bepaalde in lid 1 voor kamers die aanwezig zijn boven het volgens artikel 62, lid 1, onder b, vereiste aantal, mits zij behoren tot een woning gelegen in een gebouw, dat meer dan één woning bevat en, indien zij toegankelijk zijn uit een voor gemeenschappelijk gebruik bestemd gedeelte van dat gebouw, daarvan gescheiderfWoor een toegangsportaal met een vloeroppervlakte van ten minste 1 m2 en voorzien van een afsluitbare deur; b0 het bepaalde in lid 3» indien de keuken toegankelijk is door een andere kamer, dan die bedoeld in artikel 72, lid 2 (hoofdwoonkamer), mits een aanvaardbare toestand wordt ver kregen; c. het bepaalde in lid 4 voor een badruimte van een woning waar in tevens een badruimte aanwezig is die voldoet aan het be paalde in dat lid. Artikel 10. In artikel 72, lid 2, wordt de laatste zin geschrapt. De leden 7 en Q worden vernummerd tot onderscheidenlijk 8 en 9 en toegevoegd wordt een nieuw zevende lid, luidende: 7. Indien de woning ingevolge vrijstelling, bedoeld in artikel 62, lid 2, onder d, geen afzonderlijke keuken bevat, moet de opper vlakte van de kamer waarvan de keuken dan wordt geaoht deel uit te maken, 5 m2 groter zijn dan in de leden 1,2 of 5 van dit ar tikel voor die kamer is geëist. Artikel 11. In artikel 75 wordt lid 4 geschrapt. De leden 5 en 6 worden vernum merd tot onderscheidenlijk 4 en 5» Artikel 12. In artikel 74» lid 1, wordt in de tweede regel "lid 2" vervangen door "de leden 2 en 3". In artikel 74 wordt lid 2 gewijzigd als volgt: 2. De hoogten genoemd in lid 1 onder a, b en d, moeten aanwezig zijn boven ten minste 4/5 van de vloeroppervlakte, bepaald vol gens artikel 81 en in elk geval boven de als minimum voorgeschre ven vloeroppervlakte, met dien verstande, dat de hoogte nergens minder dan 2,1 m mag bedragen. In artikel 74» wordt lid 3 gelezen als volgt: 3. De hoogte genoemd in lid 1, onder c, moet aanwezig zijn boven ten minste de helft van de vloeroppervlakte bepaald volgens artikel 81, met dien verstande, dat de hoogte ter plaatse van de ramen niet minder dan 2 m mag bedragen. Artikel 13. Artikel 76 wordt gelezen als volgt: Afmetingen van badruimten in tot bewoning bestemde gebouwen. 1. Een badruimte in een tot bewoning bestemd gebouw moet: a. indien de badruimte bestemd is voor het daarin plaatsen van een badkuip, een zitbad of een bad-wascombinatie, een opper vlakte hebben van ten minste 2 m2 en een breedte van ten min ste 1,1 m; b, in alle overige gevallen een oppervlakte hebben van ten min ste 1,6 m2 en een breedte van ten minste 0,9 m.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1970 | | pagina 146