<3, een aansluitgelegenheid voor een gasverwarmingstoestel bij
elk stookgat;
e. de nodige leidingen ten behoeve van de onder a t/m d ver
eiste aansluitgelegenheden vanaf de plaats van de gasmeter.
Niet van toepassing is het bepaalde onder d indien een vol
doende centrale verwarmingsinrichting aanwezig is.
Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1,
onder b en c, indien de warmwatervoorziening vanuit een andere
ruimte of vanuit een centraal punt geschiedt.
Artikel 54.
In artikel 148, 1e lid, wordt het bepaalde onder d en h gelezen
als volgt:
d. de volgende wandcontactdozen:
vier meervoudige in een kamer als bedoeld in artikel 72, lid 2
(hoofdwoonkamer) met een oppervlakte van 20 m2 of meer;
drie meervoudige in een kamer als bedoeld in artikel 72, lid 2
(hoofdwoonkamer) met een oppervlakte van minder dan 20 m2;
twee, waarvan één meervoudig, in alle overige kamers met een
oppervlakte als genoemd in artikel 72, lid 5;
één meervoudige in alle overige kamers met een oppervlakte
kleiner dan die genoemd in artikel 72, lid 5;
twee meervoudige met aardcontact in de keukens;
één meervoudige met aardcontact in een bijkeuken en een was
ruimte
één op de zolder;
één met aardcontact in de bergplaats, indien deze in hetzelfde
gebouw is gelegen als de woning;
h. de voor de ingevolge het voorgaande van dit lid vereiste
aansluitgelegenheden en lichtpunten nodige leidingen met de daar
bij behorende bedrading vanaf de plaats voor de elektriciteits
meter, met dien verstande dat
1de leidingen, nodig voor de ten dienste van de bergplaats
vereiste aansluitgelegenheid en wandcontactdoos, onderscheiden
lijk genoemd onder b en d, mogen zijn aangesloten op een gemeen
schappelijke elektriciteitsmeter;
2. in een woning die is voorzien van een installatie voor ge
distribueerd gas, voor de aansluitgelegenheden genoemd onder
e en f, kan worden volstaan met een onbedrade leiding.
Artikel 55.
In artikel 153, lid 2, wordt de punt achter het vermelde onder
e vervangen door een punt-komma."
Hieraan wordt het volgende toegevoegd:
f. richtlijnen voor Voorgespannen Beton (R.V.B.-1967)uitge
geven door de SIUVO.
In lid 4 worden de woorden "niet balk- of vloerdragende of niet
balk- of vloersteunende binnenwanden" vervangen door "wanden".
lïd 5 wordt gelezen als volgt:
Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot sterkte,
stijfheid en stabiliteit van gebouwen, indien de constructiewijze,
de hoogte van het gebouw of de toe te passen bouwmaterialen
daartoe aanleiding geven.
Artikel 56.
Artikel 161 wordt gelezen als volgt:
Be minimum afmetingen, de materiaalkeuze en het uitvoerings
systeem van funderingspalen en de toelaatbare belasting op deze
palen worden ten genoegen van het bouwtoezicht vastgesteld naar