recteur openbare werken bekend is. Er zal een provisorische verbe tering worden getroffen, terwijl een definitieve oplossing nader dient te worden bekeken. De heer A.van Drimmelen vraagt of het college genegen is alsnog een minnelijke schikking te treffen met de familie Nijhoff. De voorzitter stelt hierop in de vergadering, waarbij het voorstel tot voorlopige onteigening van het pand Voorstraat 1-3» aan de orde kwam, te hebben gezegd, dat er minnelijke schikking tot de uit spraak van de rechter mogelijk blijft, doch dan moet er een redelijk bod worden gedaan. Op grond van het goedgekeurde saneringsplan is men op dit stuk aan een bepaalde termijn gebonden. Overigens moet nogmaals worden gesteld, dat onteigening bepaald geen kwestie van strafrecht is. Het laatste bod van de familie Nijhoff was echter onmogelijk aanvaardbaar. De heer A.van Drimmelen vraagt of het college nogmaals kontakt met de familie Nijhoff wil opnemen. Hij is van mening, dat hier sprake is van een communicatie-stoornis. De voorzitter ontkent dit ten stelligste en zegt, dat de betrokke nen steeds met een nieuw voorstel kunnen komen, ongeacht de aange spannen onteigeningsprocedure. Dit alles neemt echter niet weg, dat het saneringsplan moet worden gerealiseerd, ten behoeve van de leefbaarheid van de plaats. De heer Vermeulen vraagt of het mogelijk is de gemeente-secretarie eens per 14 dagen op een avond van 17-19 uur open te doen zijn, ten einde degenen, die buiten de gemeente werkzaam zijn, in de gelegen heid te stellen zonder vrij te behoeven te nemen diverse zaken persoonlijk ter secretarie af te kunnen doen. De voorzitter zegt deze suggestie graag in overweging te willen ne men, doch dat in het positieve geval alleen de secretarie te Klun- dert geopend zal zijn. De heer Spierings zegt uit de kranten de taakverdeling van de wet houders te hebben vernomen en vraagt of de situatie zo blijft, dat de voorzitter de diverse punten in de vergadering verdedigt of dat dit in voorkomende gevallen wordt gedelegeerd aan de wethouders. De voorzitter meent, dat in dit stadium de wethouders nog onvoldoen de ingespeeld zijn. In een later stadium acht hij het echter zeer wel mogelijk dat de wethouders voorstellen gaan verdedigen, welke hun portefeuilles regarderen. De heer Spierings vraagt of er mede in verband met de industrieves tiging reeds een peiling naar de woningbehoefte heeft plaatsgevon den. De gemeente heeft thans immers weinig bouwrijpe grond beschik baar. Tevens vraagt hij of er -mede naar aanleiding van de plannen voor de aanleg van industrieterreinen nabij Tonnekreek- na plan Blauwe Hoef reeds nieuwe stappen gezet zijn. De voorzitter antwoordt hierop, dat de minister van Volkshuisves ting en Ruimtelijke Ordening om een woningmarktonderzoek heeft ver zocht. Dit verzoek is in regio-verband reeds ter sprake geweest, daar het college van mening is, dat deze zaak niet per gemeente dient te worden bezien. Hoewel deze kwestie thans nog niet zo dui delijk ligt, en in een voorbereidend stadium is, zegt hij te hopen de raad hieromtrent spoedig nadere gegevens te kunnen verschaffen. De heer Spierings vraagt tenslotte of er van gemeentewege reeds een bepaald idee voor het zwembad is. De voorzitter dedt hierop mede, dat het Stichtingsbestuur een aan vraag op grond van de Deltaschadewet heeft ingediend bij het minis terie van Verkeer en Waterstaat. Hierop is een verzoek van genoemd ministerie gevolgd om nadere informatie, doch nu is reeds enige tijd niets meer vernomen. Hij zegt toe deze zaak na te zullen gaan of anders reeds nu andere mogelijkheden af te tasten. Op een vraag van de heer Meijer of er van het zwembad nog iets te maken valt met geld van de gemeente, antwoordt de voorzitter, dat een van de oplossingen die thans overwogen wordt is om water te be trekken van de waterleidingmaatschappij, dit ter vervanging van het huidige systeem met het reserve-bassin.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1970 | | pagina 100