5 -
Hij vraagt of het in de bedoeling ligt het kamp te zijner tijd
definitief te ruimen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het woonwagenkamp een
nare zaak is. Omtrent de vuilnisstortplaats deelt hij mede, dat
het ooilege in onderhandeling is over een andere plaats.
Hieromtrent kan in het eerste halfjaar van 1970 een nader
voorstel worden verwacht.
Bij hoofdstuk III, volgnummer 116, onderhoud lantaarns en^
verdere kosten verlichting, vraagt de heer Jongbloed of in
de gestelde bedragen tevens de toegangswegen zijn begrepen,
welke reeds verbeterd zijn.
De voorzitter antwoordt hierop, dat hierin geen krediet voor
b.v. de verbetering van de verlichting van de Oliemolenstraat
is opgenomen.
Bij hoofdstuk V, volkshuisvesting, merkt de heer van Drimmelen
op, dat er te Klundert in het kader van de bevordering van
het eigen woningbezit door de huurders weinig gebruik wordt
gemaakt van de mogelijkheid tot aankoop van woningwetwoningen.
Hij stelt voor dit te stimuleren en daartoe aan de huurders
een circulaire te laten uitgaan.
De voorzitter deelt hierop mede, dat deze aangelegenheid
meer dan voldoende in de pers is bekend gemaakt. Het college
heeft steeds zijn volle medewerking verleend met betrekking
tot aanvragen tot aankoop van woningwetwoningen door huurders
en het college zal dat ook blijven doen. Overigens zijn vrij
recentelijk de eisen van de betreffende rijksregeling wel wat
stringenter gesteld.
Bij hoofdstuk VIII, volgnummer 354, vergoeding artikel 101
Lager-Onderwijs 1920, zegt de heer van Drimmelen geweldig
blij te zijn met de verhoging van het bedrag per leerling. Hij
is er van overtuigd, dat de te verlenen vergoedingen goed be
steed zullen worden.
Bij hoofdstuk VIII. volgnummer 388, kosten logopedische bege
leiding leerlingen b.l.o.- scholen, merkt de heer van der
Burgh op, dat hij het fijn vindt, dat deze post dit jaar is
verhoogd, temeer daar de behoefte aan een goede logopedische
begeleiding inderdaad zeer groot is.
De voorzitter is blij, dat de logopedische begeleiding effec
tief werkt en acht deze gelden dan ook wel besteed.
Bij hoofdstuk VIII, volgnummer 406, subsidies aan havo-scholen
en athenea, zegt de heer Coppens verwonderd te zijn, dat deze
post niet van de begroting is gevoerd. Hij vindt het bezwaar
lijk, dat de leerlingen, die scholen te Breda bezoeken wel
vergoeding genieten, terwijl de leerlingen, die scholen te
Dordrecht en Roosendaal bezoeken geen vergoeding toucheren.
De voorzitter meent, dat hier sprake is van een misverstand.
De leerlingen, die scholen te Breda bezoeken, betalen het nor
male reisgeldabonnement voor het speciale door de betreffende
scholen georganiseerde vervoer, in het verlies waarvan de
gemeenten een betrekkelijk klein bedrag betalen.
De heer Coppens ziet hierin geen verschil met de andere
scholen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat wanneer andere scholen
ook een dergelijke vervoersregeling zouden treffen, hierin
ook een dergelijke bijdrage zou worden gegeven.
Bij hoofdstuk VIII, volgnummer 247, vergoeding gebruik ge
meentelijke sportterreinen, vraagt de heer Spierings of bij
voldoende rendement van de bestaande tennisbanen overgegaan
wordt tot uitbreiding van het tenniscomplex.
He voorzitter antwoordt hierop, dat het tenniscomplex momen
teel bepaald nog geen rendabele zaak is. Een eventuele uit
breiding van dit complex hangt mede af van de ontwikkeling
van deze sport in de gemeente.