- 5 -
al geringe budget 20van de belasting voor hun rekening moeten
nemen, want het rijk neemt slechts 80°/o voor haar rekening. Boven
dien worden de gemeenten weer met een stuk extra administratie be
last, hetgeen uiteraard ook weer financiële konsekwentiee heeft.
Thans volgt een nadere toelichting op de ontwerpbegro-
tingen.
BEGROTING WONINGBEDRIJF.
De begroting van het gemeentelijk woningbedrijf omvat het
tijdvak 19 juni 1969-19 juni 1970. Be verrekeningen met de algemene
dienst der gemeente sluiten aan op de op hoofdstuk Y van de gemeen-
tebegroting voor 1970 opgenomen posten.
Bij het begin van het nieuwe exploitatiejaar waren 4°8 wo-
ningen in beheer bij het woningbedrijf, waaronder 18 maycretewonin-
gen en 20 noodwoningen. In het exploitatiejaar 1968/1969 werden 10
noodwoningen gesloopt en 2 woningwetwoningen verkocht. In het nieuwe
exploitatiejaar zullen naar wij verwachten 6 noodwoningen buiten
gebruik worden gesteld, terwijl ons streven erop gerioht is de be
woners van de dan nog resterende noodwoningen zo spoedig mogelijk
naar permanente woningen te doen verhuizen. Dat ter verwerkelijking
van een en ander de bouw van nieuwe woningen van veel belang zal
zijn behoeft geen betoog. Enerzijds zal het voor 1970 beschikbaar
komende woningbouwoontingent van 24 woningen daarvoor een belang
rijke bouwsteen aandragen, anderzijds verwachten wij dat door de door
een belegger geplande bouw van huurwoningen in het complex Molenvliet
Zuid een doorstroming bevorderd kan worden waarmede het beoogde re
sultaat geheel bereikt zal kunnen worden.
Met betrekking tot de doorstroming merken wij nog op dat
met ingang van 1 januari 1970 een nieuwe regeling voor geldelijke
steun uit s-Hijks kas ter stimulering van de doorstroming in wer
king is getreden. In deze regeling is ook de geldelijke steun voor
krotopruiming opgenomen.
De minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening achtte,
nu het accent bij de zorg voor de woningvoorziening geleidelijk ver
schuift van de kwantiteit naar de kwaliteit, van aandacht in hoof
zaak voor de nieuwbouw naar bijzondere zorg ook voor de krotoprui
ming, de tijd gekomen om de geldelijke steun van rijkswege voor de
krotopruiming en de doorstroming daaraan aan te passen.
Yoor het ontruimen van slechte woningen is het immers een
eerste vereiste, dat andere woningen met niet te hoge huren beschik
baar komen voor de bewoners van de woningen, die moeten verdwijnen.
De meeste kans van slagen om zulke woningen besohikbaar te krijgen
biedt een actieve bevordering van de doorstroming.
Van 1 januari 1970 af bedraagt de rijksbijdrage 80% van het
bedrag, dat de.gemeente als bijdrage aan de belanghebbende verstrekt
als tegemoetkoming in de kosten, welke voor hem uit het verlaten
van een woning en het ingebruik nemen en bewonen van andere woon
ruimte voortvloeien, tot een maximum van 1.000,(zijnde BO/o van
Als belangrijkste voorwaarde voor toekenning van een rijks
bijdrage geldt dat de woning, die wordt verlaten, een bruikbare wo
ning is waarvan de huurprijs niet meer dan 140, pen maand be-
8 De rijksbijdrage wordt voorts slechts verleend in de volgende
gevallen:
- bij verhuizing naar een woning, waarvan de huurprijs ten minste
50$ hoger ligt dan die van de verlaten woning, doch niet hoger
dan 250,per maand;
- bij verhuizing naar een woning, die ongeacht de huurprijs, ten
minste twee kamers kleiner is dan de verlaten woning;