- 2 -
Wij kunnen begrip opbrengen voor de moeilijkheden van de
regering - al bezorgt ze zichzelf een deel van die moeilijkheden
door met alle geweld toch de belastingen te willen verlagen -
maar de regering behoeft van de gemeentebesturen geen enkel begrip
te verwachten voor een beleid dat de gemeenten van die moeilijkheden
het kind van de rekening wil maken.
Naast de in de circulaire vermelde zakelijke gegevens vallen
drie dingen op. Drie punten die in feite de teneur van de circulaire
bepalen, n.1.
1. De gemeenten behoeven voor 1970 niet te rekenen op enige verho
ging van de thans vastgestelde uitkeringen. Eventuele prijsstij
gingen zijn in die uitkeringen al verrekend. Mocht dat niet vol
doende blijken te zijn dan moeten de gemeenten het verschil maar
uit eigen middelen financieren.
2. De zowel in 1968 als in 1969 gereserveerde 50.000.000,-- in ver
band met de herziening van de verdeelsleutel van het gemeente
fonds wordt thans niet uitgekeerd, maar geblokkeerd tot de minis
ters met die herziening eindelijk klaar zijn.
3. De ministers hebben een interdepartementale werkgroep in het le
ven geroepen om de oorzaken op te sporen van de sterke stijging
van de uitgaven in de sociale sector. Dat deze werkgroep nog niet
klaar is met haar onderzoek verhindert de, ministers niet alvast
mee te delen dat de gemeenten hieraan mede schuldig zijn, omdat
zij de uitvoering van de sociale wetten niet zorgvuldig en niet
doelmatig hebben afgestemd op de inhoud en de strekking van de
wetten.
Het is verbijsterend, dat een regering op deze wijze bij
monde van een aantal ministers meent de gemeenten te moeten inlich
ten en te kapittelen. Als het dit kabinet ernst is met deze circu
laire dan ziet het er voor de gemeenten somber uit, dan worden ze
eenvoudig in de kou gezet.
De opbrengst van de algemene uitkering over 1970 zal 2,2°/o
hoger zijn dan die over 1969. regering ze^ ^e rijksuitgaven over
1970 uit met Gfo ten opzichte van 1969. In feite worden de gemeente
lijke uitgaven dus sterk geremd. Bovendien worden gelden geblokkeerd,
waarmede de gemeenten thans noodzakelijke voorzieningen zouden kun
nen financieren. De beschuldiging dat de gemeenten de sociale wetten
niet zorgvuldig en niet doelmatig genoeg hebben uitgevoerd is geheel
ten onrechte. Ons inziens zijn de gemeenten niet verantwoordelijk
voor de stijging van de kosten van sociale zorg. In alle toonaarden
heeft men, daartoe van departementale zijde gestimuleerd, voorlich
ting gegeven over en propaganda gemaakt met de Algemene Bijstands Wet.
Die "propaganda" heeft de aanvragen naar het voorkomt gestimuleerd.
Vaak ten ongerieve van de gemeenten, omdat vele aanvragen niet vol
doende gefundeerd waren. Men wees in de propaganda wel op het recht
van de burger - terecht - maar men vergat - en dat ten onrechte - de
burger ook te wijzen op een andere zinsnede uit de wet n.l. dat de
uitkering ook afhankelijk was van "het betoonde besef van verantwoor
delijkheid voor de voorziening in het bestaan". Tegen uitgaven krach
tens de Algemene Bijstands Wet bestaat allerminst bezwaar. De wet is
er gelukkig op gericht de burger in staat te stellen zelfstandig in
zijn bestaan te voorzien en als dat niet kan te helpen. Maar wij heb
ben er wel bezwaar tegen, dat misbruik in de hand wordt gewerkt door
te sterke suggesties, maar daar moet de regering dan de gemeenten de
schuld niet van in de schoenen trachten te schuiven. Laat zij overi
gens ook nog maar eens zeer ernstig overwegen of de door haar uitge
voerde belastingheffing van bijstandsuitkeringen - in veler ogen de
opperste dwaasheid - wellicht in ernstige mate debet is aan de stij
ging van de uitgaven in deze sector. Deze maatregel is een nare po
ging om veren van een kikker te plukken. Een poging die men dan nog
een schijn van werkelijkheid geeft door eerst zelf de veren te leve
ren. Maar deze schijnvertoning betekent dat de gemeenten uit hun toch