De tot aanwijzing bevoegde colleges kunnen, voor door hen aangewezen leden van de raad van bestuur, plaatsvervangers aanwijzen. Plaatsvervangers kunnen alleen worden aangewezen uit degenen die, ingevolge het bepaalde in het le lid, als lid kunnen worden aangewezen. Indien een lid van de raad van be stuur verhinderd is een vergadering van die raad bij te wonen, kan dat lid zich doen vervangen door de voor hem aangewezen plaatsvervanger. In geval van vervanging treedt de plaatsvervanger in alle rechten en verplichtingen van het lid dat hij vervangt. Het bepaalde in het 2e en 3e lid van dit ar tikel en het bepaalde in de. artikelen 6 en 7 zijn van overeenkomstige toe passing op plaatsvervangers. In het reglement van orde, bedoeld in artikel 13# kunnen nadere regelingen worden gegeven met betrekking tot plaatsver- vangers. 5. De bevoegde colleges van elk der deelnemers zenden binnen acht dagen aan het dagelijks bestuur afschrift van de besluiten tot aanwijzing krachtens dit artikel genomen. Artikel 6 De aanwijzing van leden van de raad van bestuur kan te allen tijde door het desbetreffende college worden ingetrokken. Artikel 7 1De leden van de raad van bestuur mogen: a. niet als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van het schap of van de raad van bestuur in geschillen; b. middellijk noch onmiddellijk krachtens overeenkomst tegen beloning dien sten ten behoeve van het schap verrichten; c. middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan onderhandse huur of pacht van goederen of inkomsten van het schap, aan leveringen of aannemingen ten behoeve van het schap of aan het kopen van betwiste vorderingen te zij nen laste 2. Bij overtreding van dit verbod kan de raad van bestuur een lid schorsen. Artikel W9, lid 2, 3 en van de kieswet is van overeenkomstige toepassing. Artikel 8 1Aan de raad van bestuur behoort, met betrekking tot de in artikel 3 omschre ven taak vein het schap, binnen de grenzen getrokken in artikel 26 van de wet gemeenschappelijke regelingen alle bevoegdheid, die niet of ingevolge deze regeling aan het dagelijks bestuur, of aan de voorzitter, is opgedra gen.

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1970 | | pagina 106