-2- op het standpunt, dat deze weg zou dienen te worden overgenomen door de provincie. Op de vraag van de heer van Drimmelen antwoordt de voorzitter, dat gesteld kan worden dat de domeinen inderdaad het mogelijke doen om de pachters tevreden te stellen door vervangende grond beschikbaar te stellen. Dit wil niet zeggen dat dit misschien altijd zal lukken, maar de domeinen zijn in dit opzicht beslist diligent. Een van de grootste pachters heeft juist van de week nog vervangende grond aan geboden gekregen. Spreker hoopt dat ook voor de andere pachters een oplossing gevonden zal kunnen worden. De heer Lansen zegt, dat hij, nu de voorzitter heeft gesproken over de uitbreiding ten zuiden van de Blauwe Sluisdijk, het voorstel iets passender vindt, alhoewel hij er allerminst gelukkig mee is. De ge meente verkrijgt hier een gedeelte van een weg waarover 95$ landelijk vervoer komt. De voorzitter moet de heer Lansen hierin gelijk geven. Er worden overal echter veel gemeentewegen gebruikt door het landelijk verkeer. Wanneer deze wegen echter in de bebouwing liggen of in de naaste toekomst komen te liggen is dit toch wel iets anders. Dit is ook uit drukkelijk het uitgangspunt geweest van het college. De heer Jongbloed merkt nog op dat de gemeente met de overname mis schien te vroeg is. Op andere plaatsen maken de domeinen al mooie betonwegen. De voorzitter zegt dat de heer Jongbloed dit misschien ook hier wel graag had gewild, maar dat dit er hier blijkbaar echt niet in zit. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 4. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT AANKOOP VAN HET PAND STADHUISRING 22. Op voorstel van de voorzitter wordt de vergadering geschorst en be sluit de raad om over dit agendapunt in besloten zitting te discus siëren. Na heropening der vergadering vraagt de heer Jongbloed of destijds ook met de dames Hoogewerff is onderhandeldtoen deze hun pand aan de Stadhuisring hebben verlaten. De voorzitter antwoordt dat deze mogelijkheid bepaald geen punt van discussie is geweest in het college van burgemeester en wethouders. Deze woning was ook iets minder aantrekkelijk en zou voor het beoog de doel ook minder geschikt geweest zijn. De heer Baan zegt het wel eens te zijn met de technische opzet van het pand. Hij wil echter wel graag weten wat er met de bewoonster van het pand gaat gebeuren. Moet deze or op stel en sprong uit en wordt hierdoor dan toch geen andere woningzoekende ten achter gesteld Spreker vraagt zich af wat in deze het zwaarste weegt? de rood van de technische dienst of de woningnood. De voorzitter licht toe dat koop geen huur breekt. Wij aanvaarden dit pand met de bewoonster en zullen dus moeten zorgen dat betrokkene een andere woning krijgt toegewezen. Als college zullen we trachten te zorgen voor een redelijke, verantwoorde oplossing, zonder dat dit overhaast dient te geschieden. Het recht van inspraak van de huurster speelt hierin ook mee. Het college zal er naar streven dit probleem zonder derden te schaden op te lossen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE EEN VERZOEK VAN DE CHR. NAT. SCHOOL OM MEDEWERKING OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 72 EN VOLGENDE DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR DE AANSCHAFFING VAN HULP MIDDELEN^ De heer van Drimmelen merkt op, dat het niet de gewoonte is van het college dat bij het voorstel het advies van de inspecteur niet wordt overgelegd. Dit heeft hij hierbij namelijk gemist. Voorts maakt hij uit het voorstel op dat er tussen het college en het schoolbestuur verschil van mening bestaat over de toepassing van artikel 72. Spreker zou gaarne willen weten wie in deze gelijk heeft, B. en W. of de C.N.S. De heer Sinnema zegt, dat zijn vraag grotendeels overeenkomt met die van de vorige spreker. Bovendien vraagt spreker, zo het advies van de inspecteur niet tijdig aanwezig was, waarom niet. Is dit niet tijdig aangevraagd?

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1962 | | pagina 84