- 14 -
KapitaaldienstKapitaalsuitgaven
Kapitaalsinkomst en
Nadelig slot
f. 9.136.595,46
f. 8.671.459,44
f. 465.136,02
18 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS _0M DE MINISTER TE VERZOEKEN
ARTIKEL 55QUATER DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 TOE TE DASSEN TEN AAN
ZIEN VAN "DE OPENBARE LAGERE SCHOOL TE" MOERDIJK VOOR HET JAAR 1963.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
"burgemeester en wethouders "besloten.
19. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN BE
DRAGEN PER LËÊRDING VOOR HET GEWOON LAGER ONDERWIJS, HET BUITENGEWOON
LAGER ONDERWIJS ÊN HET UITGEBREID LAGER ONDERWIJS VOOR HET JAAR-1963.
De heer Jongbloed merkt op, dat "het bedrag per leerling ten op^chte
van vorig jaar iets is opgehaald en is gesteld op f. 50.- per leer
ling voor wat betreft het gewoon lager onderwijs. Uit gegevens van
andere gemeenten blijkt dat de bedragen per leerling voor het gewoon
lager onderwijs daar schommelen tussen f. 50.- en f. 51,-, terwijl
er ook gemeenten zijn met f. 52.-. Hij wil derhalve voorstellen het
bedrag per leerling voor het g.l.o- te brengen op f51.-.
De heer Baan deelt mede, dat het landelijk gemiddelde voor het gew 3n
lager onderwijs ligt op 53,13 per leerling; voor het uitgebreid lager
onderwijs op 64,75 en voor het buitengewoon lager onderwijs wordt
geadviseerd 2-g- a 3 maal het bedrag voor het g.l.o. Gezien deze cij
fers vindt hij bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs
in onze gemeente laag. Het ulo-onderwijs maakt hierop een gunstige
uitzondering, waar hij geen verandering in zou willen brengen^ Ook
het buitengewoon lager onderwijs wordt maar pover bedeeld. Hij vraagt
zich af of het bedrag per leerling voor het ulo-onderwijs met een zeker
doel zo hoog is gesteld of dat het bedrag per leerling voor het gewoon
lager onderwijs aan de krappe kant wordt gehouden.
De voorzitter deelt mede, dat het college in het verleden niet heeft
geaarzeld het bedrag per leerling steeds te verhogen en dit is^toen
ook gebeurd. Voor het ulo-onderwijs is inderdaad een uitzondering ge
maakt, omdat dit onderwijs kost" are voorzieningen heeft moeten treffen,
welke uit de exploitatie moeten worden betaald. Het bedrag per leer
ling voor het ulo-onderwijs is in overleg met de inspectie vastgesteld
op 75,- per leerling. Het college en de inspectie hebben gemeend
het bedrag per leerling voor 1963 te moeten brengen van f. 47,50 tot
f. 50.-. Bovendien zal er een zekere marge moeten blijven voor de
toepassing van artikel 72 en volgende der Lager-onderwijswet 1920.
De inspectie van het buitengewoon lager onderwijs heeft een bedrag
van f. 115,-, waarvan f. 15,- voor onderhoud, voor het b1o.-onder
wijs voldoende geacht. Spreker zegt, dat hij weet dat het voor de
schoolbesturen uitkijken is, maar dat is ook gezond. Men kan thahs
echt niet stellen, dat het college zijn best niet heeft gedaan om
de scholen aan middelen te helpen. We hebben, aldus de voorzitter,
een open oog voor de mogelijkheden en moeilijkheden van de scholen,
maar van de schoolbesturen mag worden verlangd dat zij oog hebben
voor de financiële positie van de gemeente. Hoe belangrijk het on
derwijs ook is, alles mag niet op een kaart gesteld worden. We doen
voor het onderwijs genoeg en we kunnen geen onrechtvaardigheid be
drijven door andere belangen achter te stellen. Overigens zegt
hij toe aan de raad een overzicht te verstrekken over het verloop
van de bedragen per leerling in de naoorlogse periode.
De heer Baan meent uit de mededelingen van de voorzitter begrepen
te hebben, dat bij inwilliging van een verzoek ex artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920 het daarvoor benodigde bedrag wordt ingehou
den op het bedrag per leerling.
De vcorzitter zegt, dat dix een misverstand is. Op het bedrag per
leerling wordt namelijk ni -ts ingehouden.
Zonder hoofdelijke stemming worden de bedragen per leerling voor 1963
vastgesteld als volgt voor het gewoon lager onderwijs op 50,-;
voor het uitgebreid lager order 'ijs op 75,- en voor het buitenge-
woon lager onderwijs op 115,-, eventueel te verminderen met 15,-,
indien het schoolgebouw per jr xari 1963 niet aan het bestuur van de
schoolvereniging kan worden overgedragen.