d. De vlasroterij.
De VOORZ.: De commissie van advies
heeft met het bestuur der roterij vergaderd.
De mededeelingen op die vergadering waren
verre van rooskleurig. Bijv. de moeite om
een ketel te krijgen. Veel moeite is hier voor
gedaan. Op de begrooting had men hier
voor een bedrag bepaald van pl.m. f 1000.-
Een tweedehands ketel kost op het oogen
blik f 5000.En dan verkoopt men hem
nog niet zoo graag. Dan zegt men nog: „U
kunt hem gerust laten staan!"
Heipalen zijn haast niet te betalen.
Ijzer is enorm in prijs gestegen en zeer
schaarsch.
De begrooting voor de roterij was f 30.000
Met dat bedrag komt men heelemaal
niet toe. De kosten zullen komen op f 60.000.
Daarom vond het bestuur niet den moed,
om te beginnen. We moeten nuchter blijven.
We moeten zien wat kan en wat niet kan.
We moeten voorloopig, hoe ongaarne ook,
de zaak overgeven.
Intusschen hebben we f 10.000 geleend.
We kunnen probeeren er af te komen. Lukt
dat niet, dan kunnen we het altijd gebrui
ken voor de gasfabriek. Daarop staat nog
altijd f 25.000 schuld. Daar kunnen we het
dan onderbrengen.
e. Wijziging verordening Veldwachters.
Ingevolge circulaire van den Secret.-Gen.
van Binn. Zaken, wordt de bepaling dat
dienstjaren van capitulanten niet medetellen
geschrapt.
3. VOORSCHOT AAN DE BIJZONDE
RE SCHOLEN VOOR 1941.
De VOORZ.: Dit voorschot bedraagt voor
de Chr. Nat. School f 800.de R. Kath.
School f 960.de Herv. School f 600.
envoor de Chr. School te Moerdijk f 240.-
Goedgekeurd.
4. MAKEN UITBREIDINGSPLAN.
De VOORZ.: Op de vorige raadsverga
dering is hierover al uitvoerig gesproken.
Mijn meening is, dat een uitbreidingsplan
absoluut noodzakelijk is voor onze gemeente
Met het maken van het plan is een jaar mee
gemoeid.
Dhr. GELEIJNS: Ziet u daar werkelijk in
de toekomst 'iets goeds van groeien? Ik
voor mij geloof niet in de industriemogelijk
heid van onze gemeente. Te veel geïsoleerd
om hier een industrie te vestigen! Natuur
lijk behoudens eenige kleinere industriën
bijv. roterij, die er ook niet komt.
De VOORZ.: Denkt u er om, voorloopig.
Dhr. GELEIJNS: Ja, de mogelijkheid van
de opleving der industrie. Zit er werkelijk
toekomst in? Ik ben bang, dat die f 1000.
voor het uitbreidingsplan weggegooid geld
is. U zult wel andere gedachten zijn toege
daan. Die mijnheer Bruin kan het wel mooi
voorspiegelen.
Dhr. HERMUS: Wanneer het plan in
houdt opruiming van huizen, dan wil ik de
aandacht vestigen op een bepaalde straat in
Moerdijk. De menschen wonen daar in hok
ken bij elkaar.
Dhr. DE GAST: Met het oog op den tijd
waarin we leven, nu alles duurder wordt,
zou het dan niet beter zijn te wachten tot
we weer in de dalende lijn sukkelen?
Dan is er nog tijd voldoende voor het
plan. In Klundert staan nog een aantal
krotten. Bijv. de achterstraat. Maar ik zie
op het oogenblik, van de uitgave, die er voor
gedaan moet worden, zoo verschrikkelijk
weinig terug.
De VOORZ.: Dhr. Geleijns sprak over de
mogelijkheid van de opleving der industrie.
Mogelijk, dus niet heelemaal in de put. Juist
voor mogelijkheden dient het plan. De be
doeling is, bij een mogelijke opleving klaar
te zijn. Dan moeten we kunnen zeggen: Daar
komen de middenstandswoningen, daar de
fabrieken. Dat kan niet in een of twee maan
den gebeuren. We kunnen niet langer wach
ten. De Provincie wil het walletje verbete
ren. Ze wil er zand storten en er een be
hoorlijke weg van maken. Hoe staan wij
daar tegenover? Wij moeten ja of neen
kunnen zeggen. Wij moeten kunnen zeggen,
we vinden het prachtig, dat u zand stort,
maar dan daar en daar. We moeten zuinig
zijn met het afbreken van woningen. De ma
terialen zijn heel duur. Op den duur moeten
arbeiderswoningen gebouwd worden. Maar
dan moeten we de plaats kunnen aanwijzen
waar ze komen moeten. Als een rentenier
zich hier wil vestigen, dan moeten we kun
nen zeggen, daar en daar is plaats voor een
woning. Daarom is een plan noodzakelijk.
Klundert is een alleraardigst stadje. We
kunnen geen lintbebouwing meer toelaten.
Reusachtige lasten o.a. voor rioleering
brengt later die bebouwing. Indertijd is er
ook een plan geweest. Ik weet niet hoe dat
plan was. Helaas is men er niet toe over
gegaan. Dat betreur ik. Als het plan klaar
is, wordt het ter inzage gelegd en bespro
ken. We moeten als de tijd voor bouwen
aanbreekt, klaar zijn. Anders gaat er weer
een jaar verloren. Het geld er voor is heel
goed besteed.
Dhr. GELEIJNS: Op twee punten moet
ik een aanmerking maken. Wanneer Klun-
djrt aan een vaarwater gelegen was, dan