was er kans, dat hier fabrieken zouden ko
men. Maar Klundert ligt midden in het land.
Welke rentenier zou hier komen wonen?
Van buiten af zal hier niemand komen
wonen. Op de wal aan den Zevenbergschen
weg was er ook plaats. Niemand is er voor
gekomen.
De VOORZ.: Dat was één straat, meer
niet. Er moet een heel plan zijn. Ik geloof,
dat u te pessimistisch bent. Wanneer er een
één woning wordt gebouwd, dan volgen er
meer.
Dhr. GELEIJNS: In Rotterdam wel.
De VOORZ.: Zal er in Klundert nooit
meer gebouwd worden?
Dhr. GELEIJNS: Dat is overdreven.
De VOORZ.: Laatst was er nog een aan
vraag.
Dhr. GELEIJNS. De gelegenheid was er,
en er is geen gebruik van gemaakt.
De VOORZ.: Er zal toch nog wel ge
bouwd worden. Wij moeten dan kunnen zeg
gen waar. Het gaat over de toekomst van
klundert. Die f 1000— zijn goed besteed.
Dhr. GELEIJNS: Ik geloof, dat we niet
verantwoord zijn.
Dhr. d. BAKKER: We moeten klaar zijn
om te kunnen zeggen, daar en daar kan ge
bouwd worden. Ik zie het bezwaar voor de
uitgave van die f 1000.niet in. Het luk
raak bouwen is niet goed.
De VOORZ.: Juist. De menschen moeten
niet kunnen bepalen, waar en hoe zet ik
mijn huisje. Dan kan de gemeente er achter
aan loopen. Wij moeten kunnen zeggen, daar
en daar wordt gebouwd.
Dhr. d. BAKKER: Wordt er bij dat plan
ook bepaald, hoe er moet worden gebouwd?
De VOORZ.: Er komen natuurlijk bouw
voorschriften bij. Die voorschriften worden
tot in de finesses uitgewerkt.
Dhr. d. GAST: Dat achterna loopen van
de gemeente is nogal losgeloopen.
Dhr. GELEIJNS: Wanneer het plan een
maal klaar is, dan zullen we beginnen stra
len aan te leggen. Daarbij komt rioleering.
Dat brengt dan hooge kosten mee. En ten
slotte zitten we af te wachten of er niet 1,
2 of 3 zullen komen om een bouwaanvrage.
Is dat verantwoord voor zoo'n bedrag?
De VOORZ.: U gaat, geloof ik, te ver.
We moeten de menschen niet het recht ge
ven, dat ze zeggen, waar ze willen bouwen.
Dat moeten w ij aanwijzen.
Dhr. GELEIJNS: Is het plan er eenmaal,
dan volgt de rest.
De VOORZ.: We gaan dat plan niet da
delijk uitwerken.
Dhr. d. BAKKER: De Walstraat is een
wanproduct. Zooiets mag niet meer voorval
len.
Dhr. HERMUS: Wordt er met het uit
breidingsplan ook rekening gehouden met
het dempen van de Kreek?
De VOORZ.: De Kreek is een sieraad van
Klundert.
Dhr. KNOOK: De Kreek is heelemaal niet
leelijk.
Dhr. HERMUS: Wat er in gebeurt, is wel
leelijk.
De VOORZ.: Daarover moet overleg ge
pleegd worden met de Domeinen en monu
mentenzorg.
Dhr. HERMUS: Regeeren is vooruit zien.
Dhr. KNOOK: Weer zoo'n mooi woord.
Op verzoek van dhr. Geleijns wordt tot
stemming overgegaan.
Uitslag stemming 8 vóór en 2, de Heeren
Geleijns en De Vries, tegen.
5. BEGROOTING 1941.
De VOORZ. geeft de begrooting, die in
uittreksel aan de Raadsleden is toegezonden
in bespreking.
Bij de algemeene beschouwingen spreekt
het raadslid Hermus namens de R.K. fractie
zijn waardeering uit voor het werk van B.
en W. en speciaal den Burgemeester in dezen
moeilijken tijd.
De VOORZ. dankt voor deze woorden en
gaat over tot de behandeling per post
beginnende bij de ontvangsten.
Dhr. HERMUS vraagt of het heffen van
250 opcenten op de Personeele belasting
verplichtend is gesteld.
De VOORZ. antwoordt, dat de gemeente
niet met minder toe kan.
Dhr. DE ROOS informeert of B. Ssteun
en spaarregeling nog doorgang vinden.
De VOORZ. zegt, dat dit zeer zeker het
geval is, doch dat B.-steun niet mag wor
den uitgekeerd, voordat sprake is van lang
durige werkloosheid.
Dhr. HERMUS vraagt of er nog plannen
bestaan tot vernieuwing van de huisnumme-
ring.
De VOORZ. deelt mede, dat het de be
doeling is daarmede in verband met de
huidige prijzen nog te wachten.
Op verzoek van dhr. HERMUS licht de
Voorzitter post „Bijdrage aan den Kapitaal-
dienst voor herstel van vervreemd kapitaal
toe.
Voorts vraagt dhr. HERMUS nog naar
de posten in zake „Opbrengst rechten per
soonsbewijzen en afdracht van een gedeelte
daarvan aan het Rijk.
De VOORZ. zegt, dat dit maar een ruwe
schatting is, daar nog niet is nagegaan,
hoeveel personen voor kostelooze of goed-
koopere bewijzen in aanmerking komen.