Dhr. MUNTERS: Het is niet zooveel ja
ren geleden.
De VOORZ.: De sloot is nooit vol water.
Dhr. H. KNOOK: Die sloot komt nooit
vol water, er is niet zoo veel water, dat die
volloopt.
Dhr. v. d. WIEL: Ik wil er dit van zeg
gen. Alles moet z'n ontwatering hebben, ze
ker een begraafplaats. Zou het kunnen door
draineeren. Ontwatering moet er blijven.
Dhr. DE BAKKER: Dat er weinig water
in de sloot staat is juist een bewijs dat er
een rioleering kan komen.
Dhr. DE GAST: Vroeger was het een
versche blok, daarvoor heeft men misschien
die sloot laten leggen, om dat stuk uit te A
laten zakken. Nu is er geen bezwaar tegen.
Dhr. VERMEULEN: Ik geloof, dat die
sloot nog langer moet dienen om het water
te laten zakken. Na verloop van vele jaren,
kan ons nageslacht die sloot wel dempen.
Die buizen moeten diep liggen, want 3 per
sonen moeten boven elkander begraven wor
den.
Dhr. v. d. WIEL: Er moet een teekening
van zijn, hoe die graven komen.
Dhr. DE VRIES: Op het oude kerkhof is
toch ook een sloot gedempt, en daarin gaat
het begraven toch ook goed.
Dhr. MUNTERS: In dien tijd gebruikte
men buizen van 4 a 5 c.m., nu zou ik aan
raden met buizen van 10 a 15 c.m. doorlaat.
Dhr. HERMUS: Is het persé noodig?
Dhr. KNOOK: Nee.
De VOORZ.: We kunnen er nog mee
wachten. De zaak eens aankijken. Het is niet
onherstelbaar. Er zit nog een kwestie aan
vast. We willen een ligusterhaag om het
nieuwe stuk planten.
Goedgekeurd.
V
5. AFGRAVEN WAL ACHTER GEREF.
KERK IN WERKVERSCHAFFING.
De VOORZ.: Om verschillende redenen is
dat plan gemaakt. De toestand daar is niet
zoo erg ordelijk. Rare hokken staan er en
een beerput, kortom, veel moois is er aan
die wal niet. Met de grond, die vrij komt,
kan men de vest en de sloot dempen.
We moeten zuinig zijn niet de grond. Eerst
laten we een gedeelte van de mestvaalt in
de vest en de sloot doen en daarna de grond
erop. Er zal dan nog grond vrij komen voor
de vest aan de andere zijde van de Burg.
v. d. Elststraat. Op die manier slaan we meer
dan 2 vliegen in één klap. Een mooi werk-
object, dat Klundert verfraait en waardoor
onze gemeente vooruitgaat.
Dhr. MUNTERS: We willen een koker
leggen. Niet onder de Burg. v. d. Elststraat,
maar van de vest achter de Geref. Kerk da
delijk naar de Westpolder.
Dhr. VERMEULEN: Is het de bedoeling
de sloot achter de huizen te dempen?
De VOORZ.: Nee, niet die sloot.
Dhr. VERMEULEN: Ik heb geen vuiler,
smeriger sloot ooit gezien, daar moet voor
gezorgd worden.
Dhr. MUNTERS: Er kan moeilijk een ri
ool gelegd worden. Alles loopt er op uit.
Dat zou groote kosten meebrengen. Zoo'n
riool moet doorgespoten worden.
De VOORZ.: Het zou een halve oplossing-
worden. De rioleering moet te zijner tijd in
het geheel bekeken worden. Er mankeert
heel wat aan. We laten hem voorloopig zoo
als hij is. Later kunnen we er met een be
hoorlijk rioleeringsplan op terug komen.
Aangenomen.
6. VERLENGING KASGELDLEENING.
De VOORZ.: De kasgeldleening moet ver
lengd worden. B. en W. stellen den raad voor
die te verlengen tot 24 Nov. De Utrechtsche
Centr. Raif. Bank wil de leening verlengen
tegen 3%%. Daarbij komt Y$% provisie. De
leening is groot f 50.000..
Aangenomen.
7. WIJZIGING BELASTING VERORDE
NINGEN.
De VOORZ.: Die wijzigingen betreffen
de honden- en schoolgeldbelasting. Ze ver
plichten B. en W. onjuiste aanslagen te her
stellen.
Aangenomen.
8. VASTSTELING PENSIOENS
GRONDSLAG F. A. VAN ÜRIMME-
LEN.
De VOORZ.: B. en W. hebben het zoo
vastgesteld f 2775.als gemeente-secretaris
f 1175.als gemeente-ontvanger, f 300. -
als ambtenaar van de Burg. Stand.
Aangenomen.
9. VASTSTELLING UITGAVEN
OPENBAAR L. O. OVER 1939.
De VOORZ.: De uitgaven zijn f 784.41,
de raming f 472.50. Meer uitgegeven f 306,91
B. en W. stellen voor de uitgaven op deze
bedragen vast te stellen.
Aangenomen.