Een voorrecht temeer, als men op een ge vorderden leeftijd nog de lichamelijke en geestelijke gezondheid bezit om deze taak naar behooren te kunnen vervullen. Want van allen, die met U op 16 April 1912 in den Raad zitting hadden, zijt gij de eenige wien het leven door Gods goedheid bespaard bleef. Als gij terugziet op deze lange reeks van jaren, dan zullen er voor U wel teleurstel lingen en tegenslagen geweest zijn; niemand onzer ontkomt daaraan. Maar er is ook veel dat U tot dankbaarheid zal stemmen. Ik mag dan vooral wijzen op de goede harmonie en de prettige wijze van samenwerken tusschen de Raadsleden die in deze 25 jaren is be stendigd gebleven. Wanneer wij U gelukwenschen en dank brengen voor wat gij steeds in het belang der gemeente verricht hebt, dan mag gezegd worden, dat uit al uw werkzaamheden en bemoeienissen gebleken is het ernstig stre ven het belang der Gemeente trouw en eer lijk te dienen. Met ijver en nauwgezetheid hebt ge U aan uwen arbeid als lid van den Rand gegeven. Nimmer werd tevergeefs een beroep op U gedaan. Nooit was werk in het belang der Gemeente u te veel. Van uw langen staat van dienst wil ik al leen liet belangrijkste aanstippen en vermel den dat gij ook als lid van onderscheidene Raadscommissiën de gemeente gediend hebt. Ik kan dan memoreeren dat ge reeds 15 jaar zitting hebt in de Stembureaux voor de verkiezingen van Tweede Kamer en Gemeen teraad, sedert verscheidene jaren in de Com missie der - Verpachtingen der Gem. lande rijen, en thans ook van de Gascommissie, van de Commissie v. Toezicht v. d. Steun- verleening, Agentschap der Arbeidsbemidd. en van de Comm. tot nazien v. d. Gemeente- Rekening. Voorts hebt ge deel uitgemaakt van de Comm. voor de Jeugd. Werkloozen. Het is zeker niet aan U te danken dat deze Comm. haar werkzaamheden moest staken, maar he laas van gebrek aan belangstelling van hen, die daarbij zooveel profijt konden ondervin den, de jeugdige werkloozen zelf. Vooral hebt ge U ook verdienstelijk ge maakt als lid van het Crisis A.-Comité en met name gedurende 5 jaren als Voorzitter van het Crisis-Comité B. In die functie hebt ge wellicht meer moeilijkheden dan voldoe ning ondervonden en bespeurd hoe moeilijk het is om bij dezen tak van steunverleening aan werkloozen ieder het zijne te geven. Wegens leeftijdsredenen hebt ge ontslag als Voorzitter gevraagd, en uwe verdiensten als zoodanig hebben erkenning ondervonden van de zijde van het Nat. Crisis-Comité door toekenning v. d. vergulden zilveren medaille, voor hen die zich in bijzondere mate onder scheiden hebben. Thans nog zijt ge als adviseerend lid aan het Crisis-Comité B. verbonden, en woont ge nog geregeld de bijeenkomsten van dit Co mité bij. Buiten den Raad hebt ge U in het alge meen belang op nog andere terreinen bewo gen, waarvan ik noem dat ge gedurende 15 jaar de Ned. Herv. Gemeente van Klundert als Kerkvoogd gediend heb. Op volledigheid kan deze korte opsomming geen aanspraak maken. Ik vermeld slechts hetgeen mij persoonlijk bekend is, en meen, dat een en ander in voldoende mate Uw wer ken en streven karakteriseert. Zoo is er veel dat U aanspraak kan doen maken op de waardeering van Gemeenteraad en Gemeentenaren. Dien dank brengen wij U van harte, en wij wenschen U toe, dat 's Heeren gunst nog vele jaren uw deel en het deel uwer familie moge zijn, en dat U nog menig jaar met ons leden van den Raad zult kunnen samenwerken bij het dienen en behartigen van de belangen onzer Gemeente. Ik heb gezegd. DE HEER K. J. MUNTERS SPREEKT EEN DANK WOORD. M. de V.: 'k Dank U hartelijk dat U aan mijn verlangen gevolg hebt gegeven, 'k Was blij dat de Raadszaal gewoon was. M. d. V.: Mijn grootsten dank ben ik ver schuldigd aan God, Hij is hel die mij al die jaren gespaard heeft. Hij is het die mij gezondheid, kracht, lust heeft gegeven om mijn ambt, waartoe ik geroepen ben, te kun nen vervullen. Spr. releveert dan de oprichting van de Christ. Hist. Kiesvereeniging in 1911 door den Heer W. A. de Vries en wijlen den Heer Timmers met gevolg dat in 1912 aan de verkiezingen deelgenomen werd en hij zich als candidaat voor den Raad gesteld zag. Voor mij aldus spr. was een voor ganger die heeft bedankt en, die man is nu in de Eeuwigheid. Toen ben ik gewdongen het lidmaat schap te aanvaarden, hoewel ik een uur buiten de gemeente woonde, en in hart en nieren landbouwer was. 'k Ben daar komen te zitten op een na de jongste. Er zijn uit die eerste zittingsperiode geen Raadsleden meer aanwezig wel zijn er nog van in leven. Promotie heb ik nooit gemaakt, toch ben

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1937 | | pagina 4