f Mijne Heeren, Leden van den Raad. Met diep leedwezen werd door breede la- oen van ons Volk de droeve mare vernomen van het verscheiden van H. M. de Koningin- Moeder. Meer noch dan bij haar leven heeft ons volk gevoeld welk een nobele vrouw zij voor haar gezin, voor haar land, voor ons volk geweest is al de vele gezegende jaren die zij onder ons heeft mogen wonen. Onze gedachten zijn in de eerste plaats uitgegaan naar H. M. onze Koningin, dm door dit verlies het meest van allen getrof fen werd. Wie weet wat het zeggen wil een lieve vio- me moeder te moeten verliezen, haar te Zien heengaan die ons het leven schonk en met de teed re liefde, zooals een moeder die geven kan ons in onze jeugdjaren leidde, die kan zich indenken hoe smartelijk dit verlies voor onze Koningin moest zijn. Grooter nog was die smart omdat net gold het moeten afstaan van een moeder die haar dochter op waarlijk onovertrefbare wij ze heeft opgeleid voor de zoo zware en ver antwoordelijke taak van het Koningschap. Zoodra bekend werd, dat het leven van de Koningin-Moeder in gevaar was zijn vele ge beden opgezonden tot Hem die beschikt ook over het leven van Koningen en Vorsten 111 de hoop dat dit kostbaar leven mocht behou den blijven. In Gods wijze Raad was anders beschikt. Op Zijn tijd en spoediger nog dan wij men- schen verwacht hadden heeft de Almachtige Zijn kind tot Zich genomen. Wij buigen het hoofd en zwijgen stil. Maar naast onze droefheid maakt zich inni ge dank van ons meester voor wat God ons volk door deze met zoo voortreffelijke gaven gezegende Vorstin heeft willen geven Wij denken met erkentelijkheid in dit uur terug aan de ontslapene, die als Koningin- Regentes met uiterste nauwgezetheid hare plichten als regeerende Vorstin is nagekomen en door haar onovertroffen liefde den band tusschen Nederland en Oranje versterkte en nauwer heeft aangehaald, de Koningin-Re gentes die na haar regentschap in volle ge rustheid de teugels van het bewind in handen van haar dochter kon leggen. Onze dank gaat uit naar de Koningin- Moeder, die zich terugtrekkende uit het open bare leven zich geheel wendde tot het maat schappelijk werk, die het initiatief nam tot bv de stichting van het sanatorium „Oranje Nassau Oord" en door warme belangstel ling en Koninklijke giften steunde de verple ging van de lijdende menschheicl en wici naam onder ons mede zal blijven voortleven door de Emmabloem-collecte. Wii brengen Haar dank voor de belangstel ling,'die Zij steeds aan den dag legde voor alles wat ons volk bewoog in lief en leed, het volk waaronder Zij als een der onzen meer dan een halve eeuw heeft geleefd. Bij de uitvaart naar Haar laatste rust plaats heeft ons volk zijn dankbaarheid on dubbelzinnig getoond voor wat de Koningin- Moeder voor ons volk geweest is; niet alleen de talloos velen die Haar een laatste groet kwamen brengen, maar ook allen die in hun huiskamer luisterden naar het verslag van den tocht naar het graf hebben in gedach ten den droeve tocht mede beleefd. Een edele vrouw is ons volk ontvallen. Blijve de herinnering aan dit rijke vrouwen leven, deze lieve vrome Vorstin bij ons allen nog lang in ongeschonden glans voortleven. Ik heb gezegd. Hierop deelt de Voorz. nog mede dat na mens de gemeente een telegram aan H.M. de Koningin is verzonden. Spr. deelt dan nog mede als vertegenwoordiger der gemeente aanwezig te zijn geweest bij de uitvaart in Den Haag. Hierop volgt: 2 BEëEDIGING VAN RAADSLID VAN ES. Wegens afwezigheid van dhr. van Es moet dit echter worden uitgesteld tot een volgende vergadering. 3. INGEKOMEN STUKKEN. a. Proces-verbaal van opname van boe ken en kas van de gemeente-ontvanger. b. Toetreding gemeente Terheijden tot streekplan. c. Motie van de Moderne Arbeidersbond inzake werkverschaffing. d. Een schrijven van de Waterleiding-Mij. dat de opbrengst over 1933 het te garandee ren bedrag heeft overtroffen. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. e. Uitslag aanbesteding straatwerk. De SECRETARIS leest een lijst van in schrijvingen voor en waaruit blijkt dat de laagste heeft ingeschreven voor f 8750.—, n.I. de fa. Van Gooi uit Oosterhout. Dhr. MUNTERS vraagt of in die som alle bijkomende werken zijn begrepen. VOORZ zegt dat dhr. Munters het bestek heeft kunnen zien en dat daarin stond dat een stelpost is opgenomen voor onvoorziene wer ken. Dhr. MUNTERS vraagt hoe het met de

Raadsnotulen

Klundert: mei 1933-1996 | 1934 | | pagina 8