0
I)
Dhr. DE VRIES vraagt of er geen herbe-
steding kan gehouden worden wanneer er
boven "de begrooting wordt ingeschreven.
Dit is z. i. beter.
Om nu een enkele post, welke de inschrij
ver tot op het begrootingscijfer heeft ver
laagd te gunnen vindt spr verkeerd.
VOORZ. zegt dat B. en W. meenden goed
te doen om aan die inschrijver te vragen zijn
cijfer te verlagen.
Een herbesteding geeft veel omhaal en
misschien zal er dan een paar gulden af
gaan.
Dhr. DE VRIES yVraagt of B. en W. het
niet vreemd vinden dat er zooveel is afge
daan.
VOORZ.: Wij wilden die f70.— er af heb
ben en meenden daaraan goed te doen.
Dhr. VAN ES vraagt of het al gegund is.
VOORZ. zegt dat B. en W. voorloopig
hebben gegund
Dhr. VAN ES vraagt wie die begrootmg
heeft gemaakt en hoe komt het toch dat die
post boven de begrooting staat.
VOORZ. zegt dat het niet over die ééne
post gaat.
Er zijn er meer hoewel dit maar een klein
verschil is.
Dhr. MUNTERS zou het goed vinden wan
neer ook de andere bedragen tot het begroo
tingscijfer werden verlaagd.
VOORZ. zegt clat er jaren geleden ook zoo
iets is gebeurd. Toen is er een actie geweest-
om de borgtocht te laten vervallen.
B. en W. deden dit niet en bij de herbeste
ding maakte het bijna geen verschil,
Weth. KNOOK merkt op dat er voor Moer
dijk altijd 2 menschen inschrijven en die heb
ben het altijd om het andere jaar gedaan.
Hieruit maken B. en W. op dat er geen
concurrentie is.
In Klundert is dat niet, daar is voldoende
concurrentie.
Dhr. GELEIJNS zegt dat de aannemers
van Moerdijk toch ook in Klundert en ook
omgekeerd kunnen inschrijven. Waarom ge
schiedt dat niet.
Weth. KNOOK: Vraagt U dat eens aan de
inschrijvers.
Dhr. GELEIJNS: Ik geloof dat er een af
spraak is.
Weth. KNOOK merkt schertsend op dat hij
dit niet gelooft.
Dhr. D. C. KNOOK meent wanneer men
concurrentie wil hebben dat een herbesteding
wenschelijk is.
Er zijn toch nog meer aannemers.
Zij gaan direct maar 70. - omlaag, wel
een bewijs dat ze te hoog stonden.
Kunnen er van buiten geen komen?
VOORZ. zegt dat ze van buiten niet komen
Als er een herbesteding gehouden wordt
krijgen we hetzelfde.
Weth. KNOOK: Ik heb expres gezegd dat
ze het om het ander jaar hebben.
VOORZ.: B. en W. dachten dat ze het
aardig gedaan hadden.
Dhr .DE VRIES zegt dat het wel aan te
bevelen is dat voor Moerdijk in het vervolg
een lage begrooting wordt gemaakt.
b. Verzoek A. den Hollander om gedeel
telijke ontheffing Hondenbelasting.
In behandeling komt een verzoek van A.
den Hollander om zijn aanslag in de Honden
belasting te verlagen van f 10. op f 2.50.
B. en W. adviseeren om op dit verzoek af
wijzend te beschikken want die hond komt
meermalen op den weg en is alzoo niet als
waakhond te beschouwen.
Weth. VAN DE WIEL heeft gehoord dat
die hond altijd op het erf is maar als het is
zooals Voorzitter mededeelt kan die hond
niet als waakhond worden gerekend.
VOORZ. zegt dat B. en W. uit de inlich
tingen hebben vernomen dat de hond meer
malen op den weg komt en den Hollander is
daarvoor ook al eens gewaarschuwd.
Dhr. VAN DER HEIJDEN acht de tarieven
voor die Hondenbelasting in het algemeen
te hoog.
Spr. wil deze bij gelegenheid tot op de
helft verlagen.
Ieder ziet er nu tegen op om een hond te
houden
VOORZ. zegt dat een tariefsverlaging ter
sprake kan komen bij de volgende begroo
ting.
Hierop wordt overeenkomstig het voorstel
van B. en W. op het verzoek afwijzend be
schikt.
c. Verzoek J. v. d. Meij intrekking be
vestiging Pensioengrondslag.
Wordt toe besloten,
d. Verzoek Mej. van Aken, bevestiging
Pensioensgrondslag.
Wordt eveneens toe besloten.