naar voren zou brengen niet aantooning van
de financieele moeilijkheden en toen ging U
er mede acoord.
We moeten niet den eenen dag, „ja" zeg
gen en een anderen dag, „neen".
Dhr. MUNTERS Ik ben er niet voor om
het te verbouwen wegens de tijdsomstandig
heden. Ik heb een ander voorstel voor de
Ambtenaren. Wij zitten hier in de Raadzaal.
Wij hebben ten hoogste 6 maal vergadering
per jaar, dat is nog geen 24 uren. Zou het
nu niet mogelijk zijn om de Raadzaal als
Secretarie in te richten en de Secretarie als
Raadzaal. Ik zou dat tijdelijk willen doen.
VOORZ. Dus U is er eigenlijk tegen
Dhr. MUNTERS Ik blijf er bij dat het in
dezen tijd niet te doen is. Ik heb echter ge
zegd „Maak het rapport niet te mooi en
nu lijkt het of wij er allen voor zijn.
VOORZ. Wij kunnen toch echter niet de
Raadzaal gebruiken als een passe-partout
voor alles. Dat is een gebrekkig voorstel. De
Raadzaal moet een deftig cachet hebben. We
kunnen ook niet op de Secretarie vergaderen.
Dan kunnen we evengoed op de gang gaan
zitten.
Dhr. D. KNOOK Er zijn toch 4 leden in
de Commissie Het geeft toch niets dat er
een tegen is.
VOORZ. Ik heb zoo gedacht dat de Com
missie in haar geheel met een voorstel moet
komen maar als de Commissie het onderling
al niet eens is dan komt er niets van.
Dhr. MUNTERS: De andere Commissie
leden kunnen ook zeggen hoe zij er over
denken.
Weth, VAN BEEK Ja, ik kan niet dhr.
Munters accoord gaan dat de Commissie zich
moet uitspreken.
Wij hebben nu pas de begrooting klaar ge
maakt e:i als de leden die thuis krijgen en
/ij zien dan dat er op staat b.v. minder in
komsten, verhooging van Belastingen enz.
nz. dan zullen we er wel anders over den
ken. Ik meen dat U gezegd hebt dat we niet
behoeven te leenen, dat is mij niet erg dui
delijk.
Unoemde ook een bedrag van 500.— per
jaar, daar kan ik niet bij. Ik denk dat het
eens zooveel zal worden. De financieele om
standigheden zijn volgens het rapport niet
erg rooskleurig. Ik zou zeggen „Laat ons
maar. wachten Ik kan er mijn stem niet aan
geven U hebt ook gezegd dat de Rentmees
ter zou medewerken maar ik zag dat liever
op y;,i. Nee:;i mij niet kwalijk maar ik
kin er mijn stem niet aan geven.
VOORZ. Het spijt mij dat ik geen steun
heb van de Wethouders. Wat die' rekensom
(-.i-treft, dat is hgel eenvoudig. Wanneer wij
ten leening moesten sluiten zouden we daar
voor extra onkosten krijgen en zou het druk
ken op onze schuldenlast. Nu wij een batig
saldo hebben op de kapitaaldienst komt het
eigenlijk wel op hetzelfde neer maar wij
moesten dit toch ook zien te beleggen.
Ik heb gezegd dat het ƒ500.per jaar zou
kosten. Dit is zoo. Als wij een leening slui
ten komt het met rente en aflossing op
500—,
DE SECRETARIS licht toe dat dit zoo is
wanneer het een annuïteitsleening is.
VOORZ. Het kan de eerste jaren wel iets
meer zijn maar het dubbele in geen geval.
Ik vind het jammer dat een Wethouder mij
voor de voeten werpt dat ik de zaak ver
keerd voorstel.
Weth. VAN BEEK Het kan wel zijn dat
ik daar te lomp voor ben om dat te begrijpen
maar ik kan maar niet inzien dat het zoo is.
VOORZ. In ieder geval is het 500.
Weth. VAN BEEK Ik kan dat niet snap
pen.
VOORZ.: Laat het dan maar over aan den
Secretaris, die heeft het berekend.
Weth. KNOOK Kan de Commissie zich
niet uitspreken
Dhr. OEI,El INS Ja, dat is mijn idee ook.
Dhr. ARDON Ik vind dat wij niets te
zeggen hebben als we er mede accoord gaan.
Die er niet mede accoord gaat heeft gespro
ken. Dhr. Munters heeft zijn bezwaren wat de
linantiën betreft, zooals de Voorzitterook
heeft medegedeeld.
Hij heeft ook gezegd „Als je het niet te
mooi maak zal ik er mij niet tegen verzet
ten. Ik geloof dat de zaak eenzijdig bekeken
wordt. Wanneer die verbouwing doorgaat
kan er veel economischer gewerkt worden.
Het is niet te berekenen wat de administratie
nu kost. Er zijn diverse kosten die uitge
spaard kunnen worden en dat wordt niet
ingezien.
Dhr. GELEIJNS is liet wel gedeeltelijk met
dhr. Ardon eens maar gelooft ook dat de
zaak waf financiën betreft een beetje te opti
mistisch wordt bekeken. Ook wat de rente
en aflossing aangaat is z.i. te optimistisch
voorgesteld,
Bovendien staat do Raad iii dubio wat ze
moet doen. De een zegt: „Niet doen" en de
ander „Wel doen". Wij moeten de zaak goed
bekijken, en het is moeilijk om hierin een uit
spraak te doen.
VOORZ. Even moeilijk was voor ons het
samenstellen van het rapport. Wij hebben
echter niet alleen gestaard op de financieele
zijde maar ook bekeken of het dringend is.
Het is als met een oparatie. Wanneer iemand
geopereerd moet worden wordt er ook niet