ren 4 maanden voor de beëindiging van het
dienstjaar is het daar voor tijd.
In het algemeen is de tijd zoo dat we niet
kunnen rondkomen. Er is zoolang mogelijk
geprobeerd om de opcenten op 100 te hou
den maar dat gaat niet meer. B. en W. willen
thans aan de Kroon aanvragen om te verhoo-
gen tot 160 opcenten.
Bij de behandeling van de begrooting kan
worden uitgezien naar verhooging van an
dere belastingen indien dit noodig is.
Dhr. MUNTERS meent dat er weinig over
te zeggen zal zijn. Als het niet anders kan
dan moet het gebeuren. Het blijkt weer urt
de benoeming van een ambtenaar ter Secre
tarie dat er geld noodig is.
VOORZ. zegt dat het niet loopt over
Honderden maar over Duizenden.
De groote uitgaven zijn. voor steunverlee-
ning en Werkverschaffing.
Dhr. MUNTERS zegt dat alles omlaag
moet. De tijdsomstandigheden worden al
moeilijker.
Dhr. L10THART vindt een verhooging van
00 opcenten nogal veel.
VOORZ, zegt dat er gemeenten zijn die
veel hooger staan. Er zijn er van 250 op
centen. B. en W. willen echter niet verder
gaan dan hoogst noodzakelijk is.
De SECRETARIS licht toe dat er geen
andere belastingen verhoogd mogen worden
zoolang de opcenten op de Personeele Be
lasting niet tot minstens 150 zijn opgevoerd.
Hierop wordt het voorstel van B. en W.
met algemeene stemmen aangenomen.
11. VERLAGING SALARIS AMBT. VAN
DE BURG. STAND.
Met een voorstel van Ged. Staten tot ver
laging van Salarissen voor Ambt. v. d. Burg.
Stand gaat de Raad accoord.
1 lx WIJZIGING GEMEENTEBEGROO-
T1NG 1933.
Overeenkomstig het voorstel van B .en W.
wordt besloten.
13. VOGRWAARDEN BOUW DE
STRUCTOR DOOR N. C. B.
Ter tafel komt een schrijven van de N. C,
B. houdende verzoek wijziging van contract
inzake de vernietiging van afgekeurd vee en
vieesch
VOORZ. memoreert dat ongeveer U/2 jaar
geleden een contract met de N. C. B. is aan
gegaan. De N. C. B. zou een fabriek bouwen
waar al het afgekeurde vee werd vernietigd.
Het zou dan verwerkt worden tot beender
meel en technische vetten. Nu echter de prij
zen van die artikelen geweldig zijn terug ge-
loopen kan dit bedrijf niet rendeerend wer
ken. Zij vragen thans een vergoeding van 2
cent per H.A. en 2 cent per inwoner. Het zou
voor deze gemeente bedragen f 183.
13. en W. vragen zich af of het noodig is
om een destructor te bouwen aangezien dat
bedrijf niet rendabel kan zijn. Zij beginnen
1111 al met tekorten en misschien is dat een
volgend jaar nog meer.
Wij hebben advies gevraagd aan Dr. Wil
mink en deze vindt het wel gewenscht dat
een dergelijke inrichting komt maar het is
de vraag of er nu in dezen tijd aan begonnen
moet worden.
We hebben ook het advies gevraagd van
de Inspecteur op de Veeartsenijkundige
dienst, Dr. Steehouwer, en die weet nergens
vanaf.
Dhr. Wilmink adviseert om het verzoek
nog eens aan te houden.
Dhr. VERMEULEN acht het onnoodig om
toe te treden want er is hier een noodslacht-
plaats en een veekerkhof. Spr. stelt de vraag
of het geen geld weggooien is en moet er
bovendien voor besmettelijke ziekten niet af
zonderlijk worden betaald?
VOORZ. zegt dat er nog enkele gevallen
kunnen voorkomen, bijv. als een dier de huid
niet mag worden afgestroopt.
Nu wil ik het, zegt spr., niet heelemaal
eenzijdig voorstellen want men moet niet ver
geten dat er ook voor de politie veel werk
aan is als er vee verbrand moet worden, en
dan is het nog altijd niet afdoende. Er is ook
wel eens een anoniem schrijven ingekomen
dat vee opgegraven is.
De geheele methode is echter niet goed.
Dhr. VAN DE WIEL vraagt of de Wet het
nog toestaat om zelf te vernietigen.
VOORZ. antwoordt dat per 1 Juni 1934
alles in orde moet zijn maar dat komt wel
meer voor dat een Wet niet precies op tijd
wordt uitgevoerd. Er is b.v. ook wel langer
gewacht met de Noodslachtplaats.
Dhr. VAN DE WIEL wil maar zoolang
mogelijk wachten.
Weth. VAN I8EEK vraagt zich af wat de
bedoeling is van N. C. 13., of het is uit
barmhartigheid of is het om er een slaatje
uit te slaan.
VOORZ. zegt dat het idee om afgekeurd
vieesch tot een ander product te verwerken
toe te juichen is maar de tijdsomstandighe
den zijn er niet goed voor.
Besloten wordt het verzoek aan te houden
en eerst nog eens inlichtingen in te winnen.
14. RONDVRAAG.
Dhr. MUNTERS vraagt of de aansluiting
bij de Waterleiding verplicht is of niet. Er