3
3. Ingekomen stukken.
Dhr. Van der Klis wil ingaan op het schrijven van de Raad
Ouderen Welzijn, ingekomen stuk nr. 1. Dat was een brief gericht
aan de raad, die de raad niet bereikt had. Hij had deze zaak
principieel aan de orde gesteld met de vraag of er meer brieven
niet in de raad komen. Hoewel daarop ontkennend geantwoord werd,
is hem gebleken, dat dit niet strookt met de waarheid. Maar hij
wil eerst de inhoud van bedoelde brief aan de orde stellen.
Daarin werden verzoeken gedaan voor zitbanken in het buitengebied
en voor een oversteek naar de dokterspraktijk. Voor de zitbanken
zijn toezeggingen gedaan. Voor wat betreft de oversteek is
volgens de brief in 1993 toegezegd, dat de mogelijkheid zou
worden bekeken. In 1994 is het onderwerp opnieuw ter sprake
gebracht. Dr. Dekkers heeft zelf voorstellen gedaan en zijn
medewerking toegezegd. In juni 1995 was nog steeds niet aan het
verzoek voldaan. Ik heb vanmorgen vastgesteld, dat er zes
streepjes op de weg staan. Wij vinden het jammer, dat het 2 a 3
jaar moet duren, voordat de gemeente die op de weg plaatst. Het
is een heel belangrijke zaak voor de ouderen, die naar de
praktijk willen.
Hij vraagt vervolgens naar de juiste procedure met betrekking tot
brieven aan de raad. Twee brieven van het Gecoördineerd Ouderen
Overleg, gedateerd 4 juli en 3 mei 1995, zijn aan de raad
gericht, maar niet hier in de raad geweest. Ik heb begrepen, dat
die brieven wel aan de orde zijn geweest in de Streek B en W. Als
brieven aan de raad eerst in de Streek B en W worden besproken en
daarna eventueel nog in de raad, vinden wij dat geen juiste
procedure. Een brief aan de raad hoort hier te komen, dan kan de
raad met een verzoek instemmen of het afwijzen, en met dat
standpunt gaat het college naar de Streek B en W om de zaak daar
aan de orde te stellen. Wij willen graag weten of het normaal is,
dat brieven aan de raad gericht, niet in de raad, maar in de
Streek B en W aan de orde komen, terwijl de raad daar onwetend
van is?
De voorzitter gaat terug naar de brief van de ROW, waarin wat
vertoornd gezegd werd: het antwoord op de vragen naar de
zitbanken en de oversteekplaats zint ons niet. B en W hebben
nooit een vraag van de ROW gekregen en dus ook niet beantwoord.
Wij hebben de voorzitter gevraagd waarop men doelde. Het bleek
dat er, bij een vergadering van de ROW voor de raadsvergadering,
vragen waren richting gemeente. Normaal is er bij die vergadering
een ambtelijk vetegenwoordiger aanwezig, die was er niet. Dhr.
Van der Klis, lid van de ROW, zegde toe de vragen door te geven.
De voorzitter van de ROW dacht, dat U dat als ROW bestuurslid zou
doen. De VVD heeft, in de raadsvergadering daarvoor, vragen
gesteld aan B en W of er in de wandelroutes een bank of banken
geplaatst konden worden. Wij hebben correct geantwoord. In het
verleden waren aan de wandelroutes banken geplaatst, maar er zijn
er verdwenen. Er is nooit gevraagd om die terug te zetten. Die
vraag was gesteld en die hebben wij correct beantwoord, dus daar
kunt U niet op doelen. In de brief stond dat in het Vossenhol een
bank geplaatst moest worden. Daar hebben wij geen wandelroutes.