8
We wisten dat de staanplaatsen qua afmetingen minimaal aan de
maat waren. Daar waren toen nog geen voorschriften voor. Wij
waren de eerste gemeente in West Brabant, die een klein
woonwagenkamp inrichtte. De staanplaatsen op de kampen daarna
zijn allemaal wat groter geworden. Dat heeft wel eens tot frictie
geleid, maar we hebben altijd weten duidelijk te maken, dat zij
over voorzieningen beschikten, die er elders nog niet waren. Nu
zijn er wel voorschriften, maar dat is een technische zaak. Daar
gaan we verder niet op in. Het provinciaal plan van toen bestaat
niet meer. Gemeenten kunnen nu zelf bepalen hoeveel het aantal
wagens zal zijn. Wij hebben overleg gepleegd met de Provincie en
van die kant zal er geen bezwaar tegen bestaan.
Door alle fracties is de opmerking gemaakt uit te kijken, dat we
over ons graf heen geen al te zware lasten meenemen. De Provincie
heeft daaromtrent stringente regels gegevens. In het
pre-fusieconvenant is afgesproken, dat op basis van
investeringsprogramma's en beleidsnotities, goedkeuring gegeven
wordt over en weer aan uitgaven, die men daarin had opgenomen. De
uitgave was niet omschreven, maar wij kunnen aantonen, dat er
geen nieuwe lasten naar de toekomst worden afgewenteld. Deze
zaken stonden in ons beleidsprogramma wat geaccepteerd is door de
vier gemeenten, toen we de begrotingen uitgewisseld hebben met de
daarbij behorende stukken. Er zullen dus geen lasten naar de
toekomst geschoven worden, want dan zal ook de Provincie daar
geen goedkeuring aan hechten.
Dhr. Van der Klis wijst erop, dat het vooral ging om de last van
de exploitatie, dus een exploitatietekort in de toekomst.
De voorzitter zegt, dat die door Gedeputeerde Staten getoetst
wordt. Wanneer je een begrotingswijziging instuurt en je hebt een
ongedekt tekort, wat je via voorzieningen kunt wegwerken, zal een
stuk van de financiering in de exploitatie-inkomsten en -uitgaven
zitten. Dat is ook aan de beoordeling van de Provincie.
Voor de vragen over de riolering geeft de voorzitter het woord
aan wethouder Damen.
Wethouder Damen deelt mee, dat de vraag c.q. de suggestie van
dhr. Buysse over de Groenendries helaas geen aanzienlijke
besparing oplevert. De drukriolering is wel aangelegd en in
bedrijf. Deze riolering is aangelegd voor rekening van de
exploitant van het bungalowpark, maar eigendom van de gemeente.
De persleiding zit niet in het rapport van de Grontmij, maar
volgens Openbare Werken bestaan de mogelijkheden, dat daarop
aangesloten wordt. Alleen, het is een drukrioleringen dat
betekent, dat het water van de Groenendries centraal opgevangen
wordt en weggepompt. Die leiding ligt zodanig dat de panden, die
nog berioleerd moeten worden, niet kunnen worden aangsloten op
basis van natuurlijk verval. Bij die panden, per pand of sommige
misschien per 2 of 3, moeten verzamelputten gebouwd worden, waar
het water vanuit de huisaansluitingen door natuurlijk verval
naartoe loopt en van daaruit moet het weggepompt worden. Die
installatie maakt het duur. De persleiding zelf vanaf de
Groenendries tot het aansluitpuntafgezien van pompen of putten,
levert een besparing op van naar schatting f.10.000.