'w 4 Wij hebben ons aangesloten bij een aantal gemeenten, dat tegen die voornemens opkwam om te trachten het tij te keren. Er zijn ook allerlei voorstellen van diverse zijden gedaan voor een andere benadering van het probleem. Er was een voorstel om de sociale structuur van de gemeente als uitgangspunt te nemen bij het vaststellen van onder andere de ruimte, die er nog is in de onroerende-zaakbelasting of in de algemene belastingdruk, om te zien of er tot andere uitkomsten kon worden gekomen. Daar waren modellen bij waar wij ons beter bij konden vinden dan deze. Ik mag wel zeggen, dat deze eigenlijk de slechtste was, die geproduceerd is, waarin een groot aantal gemeenten toch forse bezuinigingen voor haar kiezen zal krijgen. ArchiefVragen van het Algemeen Belang en het CDA waren of het werk nog zin heeft, waarom de achterstand nog niet is weggewerkt en waarom nogmaals middelen ter beschikking gesteld moeten worden terwijl het een eenmalige aangelegenheid was. De voorzitter zegt, dat het inderdaad een eenmalige zaak is, maar dat dat eenmalige nog niet afgelopen is. Enerzijds had het archief achterstand, anderzijds heeft de gemeente de verplichting om, gericht op de herindeling, te zorgen voor een goed geordend archief bij de overdracht. Het voornemen was, om daarvoor een aantal extra inspanningen te leveren. Voor die inspanningen hebben wij toen krediet gevraagd. Dit is een continuering van de activiteit, die er op gericht is om vóór de herindelingsdatum, een archief te hebben dat de toets der kritiek kan doorstaan. De vrees, dat de nieuwe gemeente ons archief zal weggooien, is er absoluut niet, aangezien er nauwlettend op toegezien wordt, maar er ook wettelijke bepalingen bestaan ten aanzien van welke archiefstukken bewaard moeten worden en voor hoe lange tijd. Wij kunnen zeggen dat de ordening, waar nu overigens een gehandicapte wat langere tijd voor nodig heeft dan wellicht voorzien was, vanwege zijn handicap, voortvarend verloopt. Wij zijn daar zeer content over en ook het toezicht wat daarop uitgeoefend wordt, heeft tot dezelfde vaststelling geleid. Toezending begroting. Een opmerking van het CDA en van de VVD was, dat de begroting laat werd aangeboden. De voorzitter wijst erop, dat de begrotingstoelichting op 17 november aan de leden van de commissie werd aangeboden. In de commissie zitten vier raadsleden. Contact tussen die vier raadsleden en de frakties bestaat of was wel mogelijk. Bovendien is op 1 december het totaal van alle begrotingsbescheiden toegezonden. Verondersteld wordt, dat de raadsleden ook gedurende de periode tussen de raadsvergaderingen hun eigen activiteiten ontwikkelen, zoals het komen inzien van stukken die op de raadstafel ter inzage liggen. Daar worden onmiddellijk na ontvangst alle stukken gedeponeerd. Iedereen kan te allen tijde en tijdig inzage nemen in alle stukken die relevant zijn.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1994 | | pagina 34