4
Ik denk dat het verstandig is om daar eerst naar te informeren.
Dhr. Van der Klis wil graag horen hoe de andere partijen hierover
denken
Dhr. Van Agtmaal dacht dat de afspraak was dat de vragen
maandagmorgen ingediend moesten zijn. Daarom heb ik mijn vragen
maandagochtend ingediend. Kennelijk loopt er nog een andere
afspraak die men geen van allen kent. Het moest twee weken van
tevoren. Dan had ik ze twee weken van tevoren ingediend.
De voorzitter herinnert aan wat vorige keer gezegd is. Er is in
maart een reglement van orde vastgesteld. In dat reglement van
orde hebben we met elkaar afspraken gemaakt hoe we op ordelijke
wijze de zaken zouden laten verlopen. In het reglement van orde
staat dat schriftelijke vragen binnen 30 dagen beantwoord worden
en dat de antwoorden worden meegezonden met de agenda. Als vragen
maandagmorgen worden ingediend, is het niet meer mogelijk om ze
met de agenda toe te sturen. Het gaat er om dat U op een vraag
een behoorlijk antwoord krijgt.
Dhr. Van der Klis vraagt of er een onderscheid gemaakt kan worden
tussen schriftelijke en mondelinge vragen. Er zijn toch actuele
zaken die van belang zijn voor onze gemeenschap. De raad moet dan
toch vragen kunnen stellen aan het college. Ik heb er alle begrip
voor dat u tijd nodig heeft om vragen te beantwoorden. Als vragen
14 dagen op voorhand ingediend moeten worden, hebben we de agenda
nog niet. Daardoor kunnen dezelfde vragen gesteld worden als op
de agenda staan.
De voorzitter wijst er op dat op de agenda de punten staan die
behandeld worden, aan de agenda wordt toegevoegd dat wat bij
schriftelijke vraagstelling aan het college is aangereikt.
Agendapunten die aan de orde komen daar moogt U, uiteraard de
onderwerpen betreffende, vragen stellen en mag U een antwoord van
B&W verwachten.
Maar als het om vragen gaat, zeker die waarvan de onderwerpen
niet als voorstel gelanceerd zijn, dan moet B&W de gelegenheid
worden gegeven om die beantwoording in rust voor te bereiden.
Dhr. Van der Klis voorziet doublures doordat partijen vragen gaan
stellen die al voorzien zijn in de agenda. Er zijn toch zaken
die dringend en actueel zijn, dus als u dat onderscheid maakt
tussen schriftelijke en mondelinge vragen. Als de andere partijen
daar mee instemmen wil ik een voorstel doen in die zin het
reglement van orde te wijzigen.
De voorzitter wacht dat voorstel af.
Dhr. Van Agtmaal: inzake de wijze van notuleren, punt 2 van de
besluitenlijst. Hij refereert aan het initiatiefvoorstel dat hij
naar aanleiding daarvan heeft ingediend. U vraagt een maand
extra, dat is inmiddels al drie maanden. Waarom moet dat zo lang
duren? U weet precies wat het voorstel inhoudt.
De voorzitter antwoordt dat het college van B&W het voorstel
schriftelijk ontvangen heeft. Vorige week is daarover gesproken
in het college. Aan de hand van adviezen die daar lagen, bleek
inschakeling nodig van een externe kracht. Wij willen trachten
dat goedkoper op te lossen dan het advies wat voorlag.