2
2. Notulen van de openbare raadsvergadering van 18 september
1990
N.a.v. de notulen geeft de voorzitter het woord aan wethouder
Verstraeten.
De wethouder deelt m.b.t. een vraag van dhr. van Agtmaal
aangaande de drinkwaterprijs mede, dat een brief is gezonden aan
de W.M.Z. waarop eerst gisteren een antwoord is ontvangen. De
inhoud van deze brief komt in het kort op het volgende neer.
Er wordt ingestemd met een verlaging van de drinkwaterprijs voor
de gemeenten van de Brabantse Wal, inclusief Halsteren. Als basis
wordt uitgegaan van de drinkwaterprijzen in Noord-West-Brabant,
welke zo ongeveer 60% lager zijn dan bij ons. De verlaging wordt
gefaseerd ingevoerd, d.w.z. over een periode van zes jaren, in
gaande in 1991 met een verlaging van ong8%. De correspondentie
hieromtrent kunt U inzien bij de ingekomen stukken van een eerst
volgende raadsvergadering. Bovendien zullen wij de problematiek
van de drinkwaterprijs op de agenda plaatsen van de eerstvolgende
streek-B&W.
Dhr. van Agtmaal^ merkt op, dat hij heeft gevraagd om als streef
datum 26 september 1990 aan te houden, terwijl nu blijkbaar 1
januari 1991 gehanteerd wordt.
Wethouder Verstraeten antwoordt hierop, dat eerst overleg zal
worden gepleegd met de 3 andere colleges van B&W om te komen tot
een gezamenlijk standpunt. We moeten dit dus eerst afwachten,
want we kunnen niet voor de andere colleges spreken.
Dhr. van Agtmaal vraagt of er mogelijk ook iets gedaan wordt aan
de genoemde gefaseerde prijsverlaging.
Wethouder Verstraeten antwoordt hierop, dat eerst de 4 colleges
op een lijn moeten gaan zitten alsvorens we ons met voorstellen
richting W.M.Z. kunnen wenden.
Dhr. van Agtmaal stelt t.a.v. de J.B. van Agtmaalstraatdat zijn
fraktie van mening is> dat de verkeerssituatie aldaar voor de
schoolkinderen onveilig is en dat daarom niet gewacht moet worden
met het nemen van eventuele maatregelen. Het parkeerverbod van
destijds was een passende maatregel. Het zou goed zijn om dit
verbod opnieuw in te voeren.
De voorzitter zegt dat van de vraag van dhr. van Agtmaal kennis
is genomen.
Dhr. Buijsse vraagt of het verzoek van zijn fraktie om alsnog een
brief te zenden aan W.V.C. m.b.t. de eventuele vestiging van een
A.Z.C. reeds is afgehandeld en verder m.b.t. de uitvoering van de
R.O.A. of het zinvol is om in dit verband aan V.R.O.M. extra
woningcontingenten aan te vragen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze brief reeds verzonden
is en dat daarin eveneens om extra woningcontingenten is
gevraagd
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming
tot vaststelling van de notulen van 18 september 1990.
3. Ingekomen stukken.
Dhr. Maas merkt n.a.v. punt 9 "aanbieding begroting H.O.P." op,
dat zijn fraktie enigszins geschrokken is van de stijging van de
kosten van 1991 en de aankondiging van verdere verhogingen voor
de volgende jaren. Als reden hiervoor wordt o.a. aangegeven het
wegvallen van inkomsten van twee legerplaatsen.
3
Uit de stukken blijkt, dat Uw college op 18-9-1990 heeft besloten
bezwaar tegen deze kostenstijging aan te tekenen. D.w.z. dat aan
de raad een voorstel zal worden aangeboden om bezwaar tegen de
begroting in te dienen. De termijn hiervoor sluit echter op 15-
10-1990 en er is geen voorstel geagendeerd.
Wethouder van Gastel merkt op, dat een wijziging heeft plaats
gevonden. Er is namelijk door de H.O.P. een gewijzigd voorstel
ingediend, waarin de kostenstijging meer geleidelijk wordt door
gevoerd over de eerstkomende 4 jaren. Dit betekent wel dat voor
het eerste jaar (1991) de reserves aangesproken moeten worden.
Het gewijzigd voorstel vindt ons college" acceptabel. Ook de
andere colleges konden zich hierin vinden, zodat geen bezwaar
schrift meer wordt ingediend.
Dhr. Buijsse merkt op, dat op de lijst van ingekomen stukken
nogal wat stukken staan afkomstig van het StreekgewestDit is
nagenoeg bij iedere vergadering opnieuw het geval. Het gevaar is
niet denkbeeldig, dat het Streekgewest zo langzamerhand een eigen
macht gaat vormen tussen de Provincie en de Gemeente. We moeten
ervoor waken, dat dit geen zelfstandig orgaan dreigt te worden.
Het Streekgewest krijgt steeds meer taken. Het ambtelijk apparaat
groeit gestaag en de uitgaven stijgen evenredig. Dhr. Buijsse is
van mening, dat de taken van het Streekgewest beperkt dienen te
blijven tot die taken, die de gemeenten afzonderlijk niet aan
kunnen. Er zou overwogen moeten worden om het profijtbeginsel in
te voeren. Dit zou voor onze gemeente een aanzienlijk financieel
voordeel opleveren. Dhr. Buijsse verzoekt het college bij ge
legenheid de door hem naar voren gebracht gedachten te
ventileren
Dhr. Verstraeten zegt dat het Streekgewest inderdaad sterk is
uitgegroeid. De wethouder is echter van mening, dat het Streek
gewest niet meer gemist kan worden i.v.m. de uitvoering van een
aantal speciale taken zoals: gezondheidszorg, technische milieu
zorg enz. Het gevaar voor het ontstaan van een vierde bestuurs
laag is inderdaad aanwezig. Ook binnen het Streekgewest is
hieromtrent een discussie ontstaan. Het dagelijks bestuur van
het Streekgewest heeft toegezegd e.e.a. in nadere overweging te
nemen teneinde een aantal zaken beter beargumenteerd op tafel te
krijgen. De wethouder zegt toe in een volgende vergadering op dit
punt terug te komen.
Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming
de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
4. Beschikbaarstelling krediet t.b.v. eventuele toepassing van
bestuursdwang ingevolge art. 210 gemeentewet m.b.t. de sluiting
van de konijnenfokkerij van J.P.C. van Agtmaal, Vossenholstraat
22, Huijbergen.
Dhr. van Agtmaal stelt uit de stukken te hebben gelezen, dat in
1984 is vastgesteld dat het bedrijf hinderwetsplichtig is. Dit
staat enigszins in contrast met de in 1976 verleende bouw
vergunning, waarbij verplicht werd om een bedrijf (konijnen
fokkerij) te gaan voeren. Het houden van konijnen werd door de
gemeente dus verplicht gesteld. De vaststelling in 1984, dat er
konijnen werden gehouden, is dus niet zo verbazend.