-4- Er zijn n.l. gemeenten die middels een onderzoek hebben aangetoond - dat dit zo is en dat voor hun een andere maatstaf dient te gelden. U vraagt wat het oplevert en dat is natuurlijk niet bij voorbaat te zeggen. Het is wel zo dat een eventuele verhoging structureel is. Nu corrigeren, dat geldt voor de toekomst. Als je dus de zaak beziet over een reeks van jaren, dan kan de investering snel rendabel zijn. Daar hopen wij op, maar zeker weten doen wij dat pas na ontvangst van de uitslag van het onderzoek. Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 5. Algehele herziening subsidieverordening. Dhr. van Gastel zegt in het voorstel te hebben gelezen, dat het aulacomité is opgeheven. Dhr. van Gastel vraagt zich af hoe de gemeente hiervan in kennis wordt gesteld en wat er met een eventueel positief saldo gebeurt. In de nieuwe verordening zijn geen regels opgegeven m.b.t. de handelwijze bij opheffing van een vereniging.Hieromtrent zou de C.D.A.-fraktie graag opname zien van een bepaling die hierin voorziet. Een model-bepaling zou kunnen zijn: Bij opheffing van een vereniging dient het bestuur dit terstond ter kennis te brengen aan het college van B&W en een even tueel batig saldo dient dan te worden teruggestort op de rekening van de gemeente met een maximum van het in dat jaar uitbetaalde subsidiebedrag. De voorzitter antwoordt hierop, dat in het onderhavige geval tijdig kennis is gegeven van de opheffing en dat er derhalve geen subsidies meer ten onrechte zijn uitbetaald. E.e.a. heeft uitvoerig vermeld gestaan op de besluitenlijsten van B&W. In het verleden is het enkele malen gebeurd, dat er i.v.m. opheffing van een vereniging verrekeningen moesten plaatsvinden. Het opnemen van een ver plichte kennisgeving van opheffing wil echter niet zeggen, dat dit ook zal gebeuren. Er is hier geen sanctie mogelijk en de controleerbaarheid is geen eenvoudige zaak. De voorzitter zegt vervolgens toe, dat bekeken zal worden of het opnemen van een dergelijke bepaling zinvol is. Dhr. van Gastel gaat vervolgens in op artikel 5 van de subsidie-verordening. Subsidie is een geldelijke bijdrage om de aktiviteiten van de vereniging te waarborgen. Iedere vereniging in Huijbergen heeft financiële steun nodig om rond te komen. Geen enkele vereniging kan reserveren uit de subsidiebedragen. Om extra inkomsten te verwerven zal een vereniging creatief moeten zijn en aktiviteiten organiseren. Deze extra inkomsten zullen ten goede worden aangewend voor de vereniging. Met artikel 5 lid a en b wil men dit weer ontnemen en met punt c in dit artikel is men weer afhankelijk van het beleid van B&W en de raad. De C.D.A.-fraktie stelt daarom ook voor om het gehele artikel 5 te schrappen. De voorzitter gaat in op de omschrijving van het woord subsidie,dat doorn dhr ..Van Gaste erg woordelijk wordt vertaald.Het subsidialiteitsbeginsel is iets anders dan alleen deze vertaling n.l. pas wanneer blijkt dat verenigingen niet meer uit andere hoofde over voldoende middelen kunnen beschikken er een beroep kan worden gedaan op de overheid. Dit subsidialiteitsbeginsel hebben wij als uitgangspunt gekozen. Een vereniging die er dus "warmpjes" bijzit kan dus geen beroep doen op de gemeenschapsgelden. Er zal moeten worden aangetoond, dat het nodig is, middels bewijzen e.d. Als er dus andere bronnen van inkomsten zijn, die voldoende de exploitatie en het functioneren van de vereniging waarborgen, dan kan er geen beroep worden gedaan op overheidsmiddelen. Dhr. van Gastel merkt op, dat een aktieve vereniging dus de kans loopt niets te krijgen en de anderen wel. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit ondervangen wordt door het ontwikkelen van aktiviteiten voor het financieren van een bepaald doel. Dhr. van Gastel stelt, dat de vereniging bij het reserveren toch afhankelijk blijft van de raad. De voorzitter bevestigt, dat dit oordeel aan de raad blijft voorbehouden. Dhr. van Gastel wenst het voorstel in stemming te brengen. -5- Dhr. Buijsse is het college erkentelijk voor de aandacht aan dit onderwerp. Er is reeds verschillende malen zeer uitvoering over dit punt gediscussieerd. De gedachten van de verenigingen zijn gepeild. Er is een andere redactie gegeven aan artikel 5. Helemaal bevredigend is het niet voor iedereen. We moeten de belangen van de hele gemeenschap voorstaan en niet bijv. die van een vereniging afzonderlijk. Er komt wel speelruimte voor reserveringen. Dhr. Buijsse hoopt dat de nieuwe verordening ook in de praktijk uitvoerbaar zal blijken te zijn en hopenlijk niet zal leiden tot nog meer problemen. Bij de centrale overheid zijn hiervan verschillende voorbeelden (o.a. de Wet Oort) Dhr. Pelzers merkt t.a.v. dit onderwerp nog op, dat dhr. van Gastel niet in ernst kan menen, dat mogelijkheid van controle door de gemeenteraad op uitgaven wordt prijsgegeven. Wij proberen de plaatselijke verenigingen zo goed mogelijk te bedienen en niet via een achterdeur bezuinigingen te realiseren. Een vergelijking met de centrale overheid kun je dus niet maken. Enig toezicht op fondsvorming blijft gewenst en om dat nu in een tekst te vervatten is geen eenvoudige zaak. In de praktijk - uitvoeringstechnisch dus verwacht de wethouder geen problemen. Na deze discussie vraagt de voorzitter aan dhrvan Gastel of deze nog een voorstel wil doen, danwel of hij dit agendapunt in stemming wil brengen. Dit blijkt niet het geval, waarna de raad zonder hoofdelijke stemming het voorstel aanneemt conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 6. Bestemming batig saldo gemeenterekening 1988. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 7. Vaststelling Verordening persoonsregistratie gemeente Huijbergen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 8. Aanpassing gemeenschappelijke regeling voor Distributiekring 083 aan W.G.R. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 9. Concept-nota en definitief advies nota algemeen maatschappelijk werk. Mevr. v.d. Elshout zegt toch enigszins geschokken te zijn van het kostenplaatje wat hierbij hoort. Ongeveer 10 gezinnen hebben hulp gevraagd bij het maat schappelijk werk. Hiertegenover staat het kostenplaatje van 20.000, De overige deelnemende gemeenten hebben aanzienlijk meer hulpaanvragen. Mevr. v.d. Elshout vraagt zich af of het nu in Huijbergen zoveel beter is dan elders of speelt er hier een ander probleem bijv. onbereikbaarheid of drempel vrees. Mogelijk moet hier iets gedaan worden in de informatieve sfeer. Ook is haar duidelijk geworden,- dat veel mensen hier ter secretarie geholpen worden en dat. ook andere Huijbergenaren op dit gebied bijzonder aktief c.q. behulpzaam zijn. De gemeente-ambtenaren zullen in de toekomst meer hulpvragers doorverwijzen naar het maatschappelijk werk. Iedereen die het wenst kan van het maatschappelijk werk inmateriële hulp krijgen zonder dat het verder iets kost. Aangezien deze hulp dan toch onontbeerlijk is of zal worden voor onze inwoners, wenst haar fraktie dit voorstel van harte te ondersteunen. Wethouder Damen antwoordt hierop, dat hieromtrent uitvoerig is gediscussieerd in het subsidiëntenoverleg. De verschillen in hulpaanvragen tussen de deel nemende gemeenten zijn aanzienlijk te noemen. In verhouding tot het bedrag dat wij betalen, hebben wij relatief zeer weining hulpaanvragen. Uit nadere studie is echter ook vastgesteld, dat een aantal inwoners van onze gemeente hulp vragen in Bergen op Zoom. Dit aantal hulpvragers is niet meegeteld bij onze cijfers. Het zal U duidelijk zijn, dat het in sommige gevallen - vanwege privé—omstandigheden - beter is om niet hier ter plaatse hulp te vragen, maar elders. Registratie van deze aanvragen geschiedt dan ook elders.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1989 | | pagina 48