-2- 2. Notulen van de openbare vergadering van 10 oktober 1989. N.a.v. pagina 1 en 2 (de reconstructie) merkt dhr. Verstraeten op, dat hij de antwoorden van het college mist n.a.v. de opmerking van de C.D.A.-fraktie m.b.t. de problemen welke de afsluiting van de weg met zich meebrengt voor de plaatse lijke middenstand. De tekst hieromtrent wordt als volgt aangevuld: Wethouder Damen zegt begrip te hebben voor de moeilijkheden welke de afsluiting voor de plaatselijke middenstand met zich meebrengt. Het bedienen van de klanten wordt moeilijker en hun winkels e.d. worden uiteraard moeilijker bereikbaar voor de klanten. Aan de andere kant zijn de winkels in de gemeente Woensdrecht ook moeilijker bereikbaar voor de inwoners van Huijbergen. Hierdoor zullen onze inwoners derhalve meer aangewezen zijn op het kopen hier ter plaatse. De afsluiting van de weg zal mede in verband met dit probleem zoveel mogelijk tot een minimum beperkt blijven. Dhr. Verstraeten stelt verheugd te zijn dat gehoor is gegeven aan het verzoek van zijn fraktie om meer publiciteit te geven aan de voortgang van de reconstructie door middel van een huis-aan-huis circulaire. Hij hoopt dat dit ook voor nog komende veranderingen zal plaatsvinden. N.a.v. de notulen gaat wethouder Pelzers nu in op vragen van dhr. Van Gastel m.b.t. de aanleg en gebruik van het trainingsveld van v.v. Vivoo. De wethouder zegt het veld te hebben bekeken. Niettegenstaande hij geen expert f op dit gebied is, zegt de wethouder toch vastgesteld te hebben, dat het veld er goed bij ligt. Het veld is goed geëgaliseerd. Dit was namelijk één van de voor naamste gebreken voor de aanpak van het veld. Het gras staat nog dun, maar toch wordt verwacht dat het zich in de loop der tijd zal verbeteren. Het intensieve gebruik van het veld betekent zeker, dat de ontwikkeling van het gras wordt tegengehouden. Na onkruidbestrijding is vastgesteld, dat het veld er goed bij ligt en moeten we gewoon afwachten hoe het zich in de toekomst ontwikkeld. Er is een opmerking gemaakt aangaande een koppeling tussen het schriftelijk be vestigen van in orde bevinden van het veld door Vivoo en het toelaten van Vivoo op het veld door de gemeente. De wethouder stelt dat deze opmerking hem behoor lijk dwars zit. Er is daarom ook contact gezocht met betrokken personen van Vivoo. Gebleken is dat er spontaan door Vivoo mondeling is gereageerd. Er is gezegd dat men tevreden was over het veld. Gevraagd is toen om dit schriftelijk te bevestigen. Van manipulaties, zoals opgemerkt door dhr. Van Gastel, is dus geenszins sprake geweest. Dhr. van Gastel stelt dat de kwaliteit waarin het veld opgeleverd is in geen ver houding staat tot de hoge aanneemprijsHet veld heeft aanzienlijke kale plekken en had niet zo vroegtijdig en gebruik mogen worden genomen. f: De voorzitter zegt n.a.v. pagina 6 m.b.t. een opmerking aangaande een brief van de bewoners van de Demerstraat, dat deze brief alsnog aan de ingekomen stukken is toegevoegd met de mededeling dat hierop terug zal worden gekomen. Hierna besluit de raad zonder hoofdelijke stemming tot vaststelling van de notulen van 10 oktober 1989. 3. Ingekomen stukken. Dhr. Verstraeten stelt dat thans de brief van de bewoners van de Demerstraat terecht op de lijst van ingekomen stukken is geplaatst. De voorzitter zegt, dat de enveloppe gericht was aan het college van B&W en dat in de brief stond "aan het college van B&W en de leden van de gemeenteraad" en dat hierdoor mogelijk het misverstand is ontstaan. Op verzoek van Uw raad en ook om alle misverstanden verder te voorkomen, is deze brief bij de ingekomen stukken van de raad gevoegd. Dhr. Verstraeten vraagt n.a.v. deze brief of er al zicht is op wanneer overleg met de desbetreffende bewoners gaat plaatsvinden. De voorzitter antwoordt hierop, dat op dit moment t.a.v. het aanpakken van nieuwe projekten een enigszins terughoudend beleid wordt gevoerd. Dit omdat de reconstructie thans alle aandacht van het betrokken personeel vraagt. -3- Dhr. Verstraeten merkt op, dat bij de ingekomen stukken ook het schrijven van de Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk van 15 september j.l. ontbreekt. Dit schrijven was eveneens aan de raad gericht. Dhr. Verstraeten vindt het wenselijk om stukken gericht aan de raad z.s.m. ter kennis van de raad te brengen ook al zijn deze nog in behandeling bij het college. Wethouder Damen antwoordt hierop, dat desbetreffende stukken bij de begroting 1990 ter inzage liggen. M.b.t. de begroting is er nog overleg gaande tussen de gemeente en de stichting. Boekhoudkundig is alles nog niet duidelijk en er is nadere informatie gevraagd. De begroting wordt op een aantal punten aangepast om de nodige duidelijkheid te brengen. Bij de stukken bevindt zich dus enige informatie, die ondertussen achterhaald is, welke informatie geen afbreuk doet aan de intentie van het G.O.W. m.b.t. de financiering van hun aktiviteiten. Dhr. Verstraeten stelt nogmaalshet niet juist te vinden dat die stukken te lange periode achter gehouden moeten worden. Ze moeten z.s.m. ter kennisname in de raad gebracht worden, niettegenstaande deze stukken nog afgehandeld moeten worden. Onze fraktie moet nu van derden vernemen, dat er brieven aan de raad gericht zijn. Dit is geen correcte gang van zaken. De oplossing zou zijn een map met "ingekomen stukken raad nog in behandeling bij het college van B&W". De voorzitter zegt dat deze ingekomen stukken reeds in eerste fase zichtbaar zijn op de ter inzage liggende besluitenlijsten van B&W. Stukken aan de raad behoeven nu eenmaal behoorlijk te worden voorbereid. In twee lezingen over deze zaken discusieëren is toch ook niet zinvol. Zolang het onderzoek niet is voltooid kunnen wij niet afdoende reageren of voldoende informatie geven. Dhr. Verstraeten merkt op, dat niet altijd op de besluitenlijst zichtbaar is aan wie de brief is gericht, aan B&W of aan de gemeenteraad. Wethouder Damen reageert hierop, dat hier in geen geval sprake is van het bewust achterhouden van informatie. Het is U bovendien bekend dat brieven aangaande subsidie-aanvragen altijd bij de begroting behandeld worden en dus altijd ter inzage liggen voor de raad. Hierover kan niet het minste misverstand bestaan. De voorzitter stelt vast, dat de standpunten terzake duidelijk zijn. Dhr. Buijsse stelt, dat oplossing van het probleem d.m.v. verharding van de weg mogelijk weer nieuwe problemen voor deze bewoners met zich mee kan brengen, b.v. meer lawaai, meer snelheid en andere soorten overlast door het toenemende verkeer. Dhr. Buijsse vraagt zich af of de bewoners zich dit wel goed realiseren. Het "landelijk" wonen aldaar drëigt te verdwijnen door de verdere ontsluiting van het gebied. Juist de landelijke aspecten van dit gebied heeft destijds veel bouwgegadigden aangetrokken. De voorzitter antwoordt hierop, dat er nog in geen enkele richting beslissingen zijn genomen. Wij willen eerst alle mogelijke oplossingen bestuderen en met de betrokken inwoners overleg plegen. Indien met de gekozen oplossing kosten gemoeid zijn, dan zal dit uiteraard aan Uw raad worden voorgelegd. Vooralsnog kunnen hieromtrent nog geen conclusies worden getrokken. Het is wel zo, dat verharden van de desbetreffende weg in het vigerende bestemmingsplan uitgesloten is. Uw raad heeft destijds dit bestemmingsplan vastgesteld. Na deze discussie besluit de raad de ingekomen stukken zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aan te nemen. 4Onderzoek bebouwingsmaatstaven algemene uitkering. Dhr. Verstraeten vraagt zich af of nog niet reeds alles van Huijbergen in beeld is gebracht. Extra uitkeringen zouden mogelijk het gevolg kunnen zijn van dit onder zoek. Hoe hoog moet de kans hierop danwel worden ingeschat en wegen deze wel op tegen de kosten. Dhr. Verstraeten vraagt of hieromtrent wel voldoende informatie c.q. advies is ingewonnen? Ook het standpunt van de overige Zuidwesthoekgemeenten ontbreekt bij de ter inzage liggende bescheiden. De voorzitter antwoordt hierop, dat het voorstel reeds grotendeels de gestelde vragen beantwoord. De wijzigingen in de Financiële Verhoudingswet heeft n.l. in plaats van koppengeld als meet gegeven de bebouwingsdichtheid van een gemeente. De huidige gegevens zijn verzameld door luchtcartografieDe gegevens zijn vrij onnauwkeurig te noemendoor de vrij grote maat. Dit blijkt althans uit de praktijk.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1989 | | pagina 47