4. Volumebesluit Wet Stads- en Dorpsvernieuwing. Dhr. Buijsse vraagt hoe het komt, dat de bijdrage voor 1990 lager is dan die voor 1989, n.l. ongeveer 1/3 gedeelte. De voorzitter antwoordt hierop, dat de hoogte van de provinciale uitkering is gerelateerd aan de ouderdom van het aanwezige woningbestand. Onze gemeente heeft een relatief zeer jong woningbestand. De subsidie is met name bedoeld voor de oudere kernen en die zijn er niet. Hierdoor scoren wij een zeer laag promilage voor de toedeling. Bovendien heeft het rijk het bedrag verlaagd van in 1989 18 miljoen naar 12 miljoen in 1990 en dat geeft precies het verschil aan.wat U reeds zei, n.l. 1/3 deel. Dhr. Buijsse vraagt of het bedrag ook jaarlijks aan de toegewezen bestemming opgaat De voorzitter antwoordt hierop, dat dit wisselvallig is. Eventuele overschotten worden via Uw raad herbestemd öf worden gereserveerd voor een bepaald doeleh' in een latere fase gebruikt. Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 5. Planning nieuwbouw, verbouw en verbetering van woningen 1990 t/m 1994. Mevrouw v.d. Elshout stelt vast, dat er een telfout in een van de tabellen staat. De voorzitter zegt toe dat dit gecorrigeerd zal worden. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform hét voorstel van het dagelijks bestuur. 6. Toepassing artikel 53 e.v. van de Wet op het Basisonderwijs. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 7. Artikel 74 W.B.O., meubilairvervanging. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van het dagelijks bestuur. 8. Onderhoud molen Johanna. Dhr. Buijsse veronderstelt, dat er in het voorstel een regel vergeten is. Zoals het voorstel nu voorligt is het niet te begrijpen. De voorzitter bevestigd, dat inderdaad een regel is weggevallen. Deze regel geeft juist het verschil aan van 55.467, Dit bedrag wordt n.l. uit het onderhouds- fonds gehaald. In de begrotingswijziging stonden de bedragen overigens wel juist vermeld. Dhr. Buijsse merkt nog op, dat er een bedrag van 18.000,aan het fonds monumenten is toegevoegd. Hij vraagt zich af waar dan vandaan komt. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit bedrag uit het fonds W.D.S.V. is toe gevoegd aan deze reserve. Dhr. Verstraeten stelt, dat zijn fraktie dit voorstel steunt. Het wenst het college in overweging te geven om structureel jaarlijks iets meer voor de molen te reserveren, omdat dit soort groot onderhoud zich met een bepaalde regelmaat zal herhalen. Voor wat het voorstel zelf zou dhr. Verstraeten graag zien, dat dit voortaan dui delijker geformuleerd gaat worden. Met name de omschrijving van de financiering zou wat concreter omschreven moeten worden. De voorzitter antwoordt hierop, dat de mogelijkheden tot verhoging van de jaar lijkse reservering reeds besproken zijn met de beheerder van de molen. Wat dit betreft staan wij dus op dezelfde lijn. We moeten beter voorbereid zijn op de komende onderhoudskosten van de molen. Na deze beraadslaging besluit de raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van het dagelijks bestuur.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1989 | | pagina 34